KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
COLUMNSOver belevenissen en inzichten |
CLICK HERE FOR |
Het vroeger zo wijdverbreide gebruik om zich de toekomst te laten voorspellen door een orakel, of om er advies in te gaan winnen voor een moeilijk probleem, heeft allicht parallellen met sommige huidige gebruiken. In de zoektocht naar de achtergrond van de werking van de vele orakels, die in het verleden werden geraadpleegd, ontkomt men er tenminste niet aan om uit te gaan zoeken waarmee die orakels in de huidige tijd zouden kunnen worden vergeleken. In het geloof in de uitspraken van een orakel moet op zijn minst enige logica hebben gezeten om de mensen in die tijd te hebben kunnen overtuigen. Als het in die tijd echter werkelijk mogelijk was om via iets mysterieus, als een orakel, tot betrouwbare voorspellingen en/of goede raadgevingen en uitspraken te komen, dan is er geen goede reden te bedenken waarom dat nu ook niet zou kunnen.
De orakelkunde en in algemene zin de waarzeggerij (devinatie), staan ook bekend onder de naam: chresmologie. Aan de mogelijkheid om via magische weg de toekomst te kunnen krijgen voorspeld, of om op die wijze betrouwbare raad te kunnen krijgen, werd vroeger veel minder getwijfeld dan nu het geval is. Toch bestaan er ook nu nog gebruiken bij sommige mensen, waarbij men een latent geloof onder die mensen in de mogelijkheid van waarheid achter de waarzeggerij, niet kan uitsluiten. Maar veel meer dan vroeger het geval was, twijfelt men dan tegelijk ook weer erg aan wat men in eerste instantie voetstoots meende te moeten geloven.
De adviezen en voorspellingen die lange tijd geleden vooral van verschillende soorten orakels afkomstig waren, komen nu vooral van individuen die zich bijvoorbeeld clairvoyant noemen, of chiromant, of psychometrist, of spiritistisch medium. Of van personen welke door andere mensen als een profeet, of als een sibille worden beschouwd. Het geloof in de wezenlijke mogelijkheid dat ons op deze wijze kennis uit een magische bron ter beschikking komt, is onder de mensen eeuwenlang wijdverbreid geweest. Maar ditzelfde geloof is tegenwoordig, vooral in de West-Europese landen, duidelijk tot een randgebeuren in de maatschappij verworden.
Het echte orakelen, zoals wij dat ons momenteel vaak voorstellen (dat wil zeggen: het in raadselachtige uitspraken verkondigen van een vermeende boodschap uit de godenwereld), is een voornamelijk Grieks gebeuren geweest. Die zo aparte, plaatselijke gebondenheid moet op zich al verdacht zijn geweest. Nog buiten de andere feiten die de wezenlijke betekenis van een orakel ondergraven. Het feit dat het bestaan van de echte orakelplaatsen zich voornamelijk op een dergelijk klein gebied op aarde concentreerde, moet toch al meteen een zeer sterke aanwijzing hebben ingehouden dat orakels van generlei waarde zijn voor de mensen. Toch werden voor het bezoeken van de orakelsplaatsen in vroegere tijd langdurige reizen ondernomen. En dat in een tijd dat de vervoersmogelijkheiden nog zo beperkt waren. De directe en de indirecte kosten van een dergelijke reis moeten in die gevallen ook erg hoog zijn geweest. Dat is vanzelfsprekend een van de redenen dat, vanuit het buitenland, vooral koningen en andere rijke machthebbers de vermaarde orakelplaatsen in Griekenland bezochten.
Het meest vermaarde orakel dat in Griekenland bestond, was het orakel in Delphi. Dit orakel bevond zich in een grot van een als "heilig domein" beschouwde omgeving in die Griekse plaats. De pythia (de zogenaamde priesteres) welke voor het ontvangen van de orakels in die grot afdaalde, werd volgens de moderne inzichten in die grot allicht bedwelmd door het gas etheen, dat vanuit rotsspleten in die grot doordrong. Als de pythia maar niet aan al te grote concentraties van dat gas blootstond, kon zij dat overleven. Maar door de invloed van dat gas raakte zij wel gemakkelijk in een diepe trance. In die toestand van bewustzijnsvernauwing was zij gemakkelijk in staat om bijzondere uitspraken te doen. Namelijk uitspraken die op adviezen of voorspellingen vanuit de geestenwereld leken te wijzen. De geesten uit die vermeende geestenwereld, welke als meest vooraanstaand werden beschouwd, werden in die tijd "goden" genoemd. Men was er in die tijd namelijk vrij algemeen van overtuigd dat er in de geestenwereld "grote geesten" (goden) voorkwamen die, ieder voor zich, via gebruikmaking van het een of andere natuurverschijnsel (bijvoorbeeld het licht; de bliksem of de donder), invloed konden uitoefenen op het leven en het welzijn van mensen.
Het feit dat men er vroeger zo algemeen van overtuigd was dat dit soort bevindingen tot de realiteit behoorde, is niet zo vreemd, als men eenmaal beseft hoe de mensen daar in de oudheid toe werden aangezet. In de tempels van die oude volken werd door de priesters regelmatig een groot scala aan allerlei verschillende mysteries vertoond. Mysteries die wij nu vaak niet meer als zodanig zouden gaan betitelen. Simpel door het feit dat wij nu veel meer weten over allerlei natuurkundige en psychologische effecten, dan men toen wist. De natuurkundige verschijnselen die wijzen op het bestaan van electriciteit, of van magnetisme, worden nu bijvoorbeeld als normale, begrijpbare verschijnselen beschouwd. En de mogelijkheid om bijvoorbeeld met een techtervormig voorwerp het stemgeluid van een mens te vergroten, wordt ook als heel normaal beschouwd. Maar in die tijd, toen dit soort effecten nog niet in brede kringen werden begrepen, kon men daarmee gemakkelijk een "mysterie" creëren. Mysteries echter, die leken te suggereren dat men in contact kon komen met het bovennatuurlijke, werden als magisch beschouwd. En het is die magie, waarmee de priesters in de oudheid de mensen gedurende lange tijd hebben doen verbazen, welke de achtergrond vormt voor het geloof in een wereld van geesten en goden.
Ook de priesters, die weet hadden van de achtergrond van de door hen gecreëerde mysteries, zullen onder de indruk zijn geweest van de toen (ook voor hen) zo onverklaarbare, magische verschijnselen. Dat is ook niet zo vreemd, als men beseft dat deze verschijnselen ook tegenwoordig nog vrij veel mensen overtuigd doen raken van het bestaaan van een bovennatuurlijke werkelijkheid. Dit ondanks het feit dat wij tegenwoordig kunnen beschikken over het resultaat van veel betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek op dit gebied, waaruit blijkt hoe vooringenomen men tot dit soort conclusies was gekomen. (In Nederland hebben wat dat betreft de wetenschappelijke onderzoekingen op parapsychologisch gebied, aan de universiteit van Utrecht, bijgedragen aan de ontmythologisering van de magie).
De priesters die van de opperpriester de opdracht hadden gekregen om hun hele leven lang te zwijgen over de manipulaties die het volk moest doen geloven in de vertoonde mysteries en die zelfs niet mochten trouwen om het risico te verkleinen dat zij de achtergrond van de mysteries zouden gaan verklappen, zullen erg onder de indruk zijn geweest van de magische verschijnselen waar zij tegen aanliepen. En die zij niet goed konden duiden (verklaren). Geen wonder dus dat het geloof in een mogelijke beïnvloeding van de mensen, vanuit de geestenwereld, toen gemeengoed werd.
De waarnemingen die de pythia in de grot van Delphi deed, zullen in eerste instantie allicht niet veel meer zijn geweest dan de waarnemingen die ook nu nog door bijvoorbeeld clairvoyanten en andere "metafysisch begaafden" worden gedaan. En die voor andere toehoorders ook best wel bijzonder lijken te zijn. Maar die van de andere kant, voor de persoon aan wie die bekendmakingen zijn gericht, niet veel meer lijken te zijn dan vrij triviale bekendmakingen. Bekendmakingen waarvan de inhoud aan de betreffende persoon voor een deel zelfs opvallend bekend voorkomt. Zo bekend zelfs, dat het er sterk op lijkt dat dat deel van de bekendmakingen telepathisch vanuit de gedachten- en belevingswereld van hem/haar zelf is verkregen. En voor dat andere deel, wat voor de betreffende persoon als onbekend wordt ervaren, het er slechts op lijkt te wijzen dat er sprake is van wijze lessen en gedachtenkronkels vanuit de belevingswereld van de metafyisch begaafde persoon, welke de bekendmakingen heeft verkondigd.
Het gegeven dat sommige mensen in staat zijn om, als een metafysisch begaafd personage, optredens voor het publiek te gaan verzorgen, is op zich best wel bijzonder. Want in grote tegenstelling tot de pythia, maken zij daarbij niet gebruik van de bedwelmende invloed van het gas wat de grot van Delphi placht binnen te stromen. Zij moeten veel meer nog dan de pythia, gebruik maken van hun eigen aanleg daartoe. Mogelijk enigszins gestimuleerd door daartoe geëigende chemische substanties. Of door gebruikmaking van hetzij visualisatie, hetzij autosuggestie, hetzij hypnose. Door middel van dit soort kunstgrepen kan het bereiken van een, voor die optredens geschikte trancetoestand, in ieder geval gemakkelijker worden bereikt.
Toen de pythia in het begin van haar optredens nog niet teveel last had van de intoxicatie en zinsbetovering door het gas, zullen haar uitspraken ongetwijfeld opvallend helder en overtuigend zijn geweest. Zoals dat meestal het geval is bij optredens van mensen die dit soort waarnemingen doen. In een latere fase van haar optredens zal de pythia echter ongetwijfeld meer en meer de gevolgen hebben ondervonden van haar herhaalde blootstelling aan het toxische gas. Het is dan ook niet zo gek dat van haar bekend is, dat haar uitspraken steeds onsamenhangender werden. In die latere fase van haar optredens hebben de aan dat heilig domein verbonden priesters de touwtjes noodgedwongen naar zich toe moeten trekken. Want het orakel werd zo frequent bezocht en de macht die er daardoor van afstraalde was zo groot, dat men het orakel alleen vanwege het verdwijnen van de helderheid in de uitspraken van de pythia, niet wilde laten "doodbloeden". In eerste instantie zullen die priesters (waaronder iemand aanwezig was met min of meer dezelfde "gaven" als de pythia) geprobeerd hebben om de uitspraken van de pythia nog enigszins "te vertalen" tot uitspraken met common sense. Maar later zal dat door de toenemende verwardheid van de pythia geen soelaas meer hebben kunnen bieden. De pythia zal toen in die fase meer gefungeerd hebben als een figuur waarnaar de mensen nieuwsgierig waren, maar die voor het orakelen zelf van geen waarde meer was.
Op dat moment zullen de priesters naar een vervanger voor de pythia moeten hebben uitgezien. Maar toen zij daar voor in de plaats een oudere, meer rijpe vrouw, hadden gevonden, zal daar toch niet dezelfde overtuigingskracht vanuit zijn gegaan als van de jonge vrouw die eerst altijd zo goed als pythia in het orakel van Delphi had gefungeerd. Het "vertalen", of eigenlijk het aanpassen van de uitspraken van de toen aangestelde "buitenzintuiglijk begaafde" oude vrouw, zal daarna volledig in handen van de priesterraad zijn gekomen. De orakeluitspraken kwamen daarna niet meer direct ten gehore aan de mensen, die naar het orakel om adviezen en voorspellingen toe waren gekomen. Pas een aantal dagen na het aanhoren van de voor een leek moeilijk te duiden uitspraken van het orakel, kregen die mensen van de priesterraad te horen wat de pythia zou hebben bedoeld te zeggen.
Er kwamen echter steeds meer zeer machtige mensen naar het orakel van Delphi toe. En dat hield voor de priesters van het orakel een groot gevaar in. Als zij namelijk uitspraken zouden gaan doen die later duidelijk foutief bleken te zijn, zouden zij daar erg mee in de problemen kunnen komen. Daarom werd in de priesterraad besloten om de uitspraken van het orakel voortaan in cryptische teksten te verpakken. Moeilijke teksten dus, die niet zo één, twee, drie, waren te bevatten. Dit had als grote voordeel dat zij daarmee veel minder gevaar liepen. Want als men de priesterraad desondanks met die teksten op bedrog meende te kunnen betrappen, hoefde deze raad slechts een iets andere draai aan de uitleg van die teksten te geven, om te voorkomen dat zij ermee in de problemen zouden gaan komen.
Door op de volgende links te klikken, krijgt u informatie over de aangegeven onderwerpen, die enigszins verband houden met het onderwerp van de hierboven beschreven informatie: