KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
COLUMNSOver belevenissen en inzichten |
CLICK HERE FOR |
Het merkwaardige fenomeen doet zich voor dat men de huisbel soms hoort klingelen, terwijl er niemand bij de voordeur blijkt te zijn. Dit gebeurt met name in de vroege nacht, terwijl men reeds in bed ligt. Een vervelend moment dus. Want op een dergelijk moment zal men meestal reeds lekker ontspannen de nachtrust over zich heen voelen komen. En om juist dan uit bed te moeten gaan voor het openen van de voordeur, is meestal geen aanlokkelijk idee. Bovendien zal men zich dan met enige schrik afvragen wat er toch aan de hand is. Er moet immers wel iets ernstigs aan de hand zijn, dat andere mensen het nodig vinden om op een dergelijk moment bij je aan te gaan bellen. En als men dan vervolgens de voordeur opent en er niemand blijkt te zijn, wekt dat verbazing en ook wel enige woede op. "Want wie krijgt het toch in zijn hoofd om op een dergelijk raar moment een spelletje met mij te spelen, door op de deurbel te drukken en zich direct daarna te verstoppen", denk je dan.
Maar goed, op een dergelijke vraagstelling krijgt men dan geen antwoord. En men kan dan uiteindelijk niet veel anders doen, dan maar weer in bed te gaan liggen en zich bij de situatie neer te gaan leggen. Op een dergelijk lucide moment, zal men echter niet gauw de slaap weer blijken te kunnen vatten. En men zal zich dan uiteindelijk ook gaan afvragen of men de huisbel wel werkelijk heeft horen klingelen, of dat het slechts op inbeelding heeft berust. Ook al was het betreffende geluid heel typerend voor het geklingel van de eigen huisbel. Maar als men dat dan later opnieuw enige keren meemaakt en men iedere keer op een dergelijk moment wel duidelijk het geluid van de huisbel meent te horen, vraagt men zich toch wel af wat er dan toch aan de hand is. "Is het een reële waarneming van het klingelen van de huisbel, of is die waarneming slechts imaginair?". En men vraagt zich dan natuurlijk ook af in hoeverre het mogelijk is dat mensen ook bepaalde andere geluiden kunnen horen, terwijl die geluiden niet werkelijk hebben geklonken. "Kunnen mensen ook andere imaginaire geluiden horen?", zal men zich dan kunnen gaan afvragen.
En ja, dat blijkt inderdaad mogelijk te zijn. Mensen kunnen zich niet alleen inbeelden dat zij niet-bestaande geluiden horen, maar zij kunnen zich ook inbeelden dat zij niet-bestaande zaken zien, of niet-bestaande zaken ruiken, of niet-bestaande zaken proeven, of niet-bestaande zaken voelen. Op de informatie die gewoonlijk via onze zintuigen tot ons komt, kan men dus (in overdrachtelijke zin) niet volledig blind varen. Als men iets hoort, ziet, ruikt, proeft, of voelt, wat er in werkelijkheid niet is, noemt men dat een hallucinatie. Voor al die verschillende hallucinaties is vanzelfsprekend een specifieke benaming. Zo ook voor de hallucinatie van geluiden. Deze betreffende hallucinatie noemt men dan een auditieve hallucinatie, of ook wel een akoestische hallucinatie. En in het alledaagse Nederlands spreekt men dan van gehoorshallucinatie. Het verschijnsel op zich van het horen van geluiden (en ook van stemmen) die niet werkelijk te horen zijn geweest, noemt men "acoasma". Tenminste als dit zich in lichte vorm voordoet.
Het vermeende klingelen van de bel in de late avonduren is dus in feite een acoasma. Een dergelijke vorm van een auditieve hallucinatie lijkt door de hersenen te zijn gecreëerd als gevolg van een foutieve informatieverwerking van de hersenen. Het gegeven dat het vermeende geluid van de huisbel zo exact overeenkomt met het echte geluid van de huisbel, zou er mee te maken kunnen hebben dat het echte geluid van de huisbel eens daadwerkelijk en in zijn geheel in de hersenen is opgeslagen. Dus met alle nuances van dien. Behalve dan het volume ervan. Aan het feit dat het volume van een dergelijk gehallucineerd geluid zachter is dan gewoonlijk het geval is, zou men dit zo nodig van het echte geluid kunnen gaan onderscheiden.
"Als dit verschijnsel zich met betrekking tot de huisbel voordoet, moet dit zich ook met betrekking tot andere specifieke vormen van geluid voordoen", zou men kunnen zeggen. Te denken valt hierbij aan het zo specifieke geluidje van de eigen mobiele telefoon. Dat blijkt ook beslist het geval te zijn. Het is in feite een vrij algemeen ervaren verschijnsel onder gebruikers van een mobiele telefoon, zo blijkt uit enige verdieping in dit onderwerp. Maar vreemd genoeg is het verschijnsel dat men op zeker moment onterecht de mobiele telefoon voelt trillen, nog meer bekend. Dat is dan in dat geval niet een auditieve hallucinatie maar een zogenaamde somatische hallucinatie. In de veronderstelling dat men hier met een ziektebeeld te maken heeft, wordt de inbeelding van het afgaan van de mobiele telefoon ook wel een syndroom genoemd. Maar dat is in feite aantoonbaar niet juist. Net als bij het beleven van een hallucinatie het geval is, is er ook bij de onwaarachtige gewaarwording van het afgaan van de mobiele telefoon, geen sprake van een pathogene gemoedstoestand. Het is eerder een normaal menselijke en heel natuurlijke reactie op het frequent horen van bepaalde geluiden. De hallucinatie van het afgaan van de mobiele telefoon wordt dan ook zeer onjuist wel het fantoomvibratiesyndroom genoemd.