KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Een schrikaanjagende manifestatie

Hij was aan het wandelen. Op een nacht om ongeveer drie uur in de ochtend. Dat deed hij wel vaker, wanneer hij niet (meer) kon slapen. Of wanneer zijn migraine het hem onmogelijk maakte om lekker op bed te kunnen blijven liggen, of om rustig op een stoel te kunnen gaan zitten. Zijn migraine was het best te verdragen als hij rond ging lopen. Eerst deed hij dat slechts in zijn woonkamer. Maar al gauw kwam hij er achter dat hij zich nog beter voelde wanneer hij in de buitenlucht ging wandelen. Het ergst waren altijd die eerste paar uren nadat hij zijn speciale migrainemedicijn had ingenomen.

Hij was een man van om en nabij 55 jaar oud. En hij genoot erg van het leven. Maar zijn frequente hoofdpijn en zijn bijna wekelijkse migraineaanvallen vergalden zijn levenslust wel een beetje. Door te gaan wandelen had hij tot zijn grote vreugde, op zeker moment echter wel een modus gevonden om de meest vervelende eerste uren van zijn migraine op een redelijke wijze door te kunnen komen. Maar omdat hij soms ook 's nachts wel wakker werd van de migraine, ging hij om zich goed te voelen ook dan wel wandelen. Dat was gelukkig geen straf voor hem, want hij genoot daar van. Het wandelen in de nacht was voor hem meestal een bijzondere ervaring. Vooral doordat het dan zo lekker rustig is op straat en doordat men dan volop van de natuur kan genieten. Hij vond dat zo bijzonder, dat hij dus ook wel eens op nachten waarop hij de slaap niet kon vatten, uit zijn bed stapte om te gaan wandelen.

Als hij tijdens zijn nachtelijke wandelingen de verkeerswegen wist te mijden, nam hij geen lamp mee. Op de wandel- en de fietspaden, is dat eigenlijk nooit nodig. Bijna altijd is er wel voldoende verlichting van de straatlantaarns aanwezig, of anders wel van de maan, of van de sterren. Een heel enkele keer heeft men echter te maken met een nacht waarop het echt aardedonker is. Op plekken waarop geen straatlantaarns aanwezig zijn, is de duisternis dan intens. Ook dat was geen probleem voor hem, want hij kende de weg. En de paden waarop hij liep, zijn vaak licht van kleur, want veel van die paden zijn gemaakt van beton.

Tijdens één van die zeldzaam donkere nachten echter, om ongeveer drie uur in de ochtend, had hij een bijzonder schrikaanjagende ervaring. Hij liep langs één van de toegangen tot de openbare begraafplaats. Hij wist maar al te goed dat daar een toegang tot de begraafplaats was. Want hij was er overdag reeds meerdere keren langs gekomen. Nu echter, in die aardedonkere nacht, zag hij daar iets op zich afkomen wat hem van schrik de stuipen op het lijf deed jagen. Hij was er de persoon niet naar om in geestverschijningen te geloven. Door specifieke ervaringen in zijn jongere jaren was hij zelfs volledig overtuigd van de nonsens daaromtrent. Bang voor geesten was hij daarom in het geheel niet. Maar nu! Daar in het pikkedonker, bij die ingang van de begraafplaats, zag hij plotseling een aantal ogen op zich afkomen. Vier ogen op een rijtje! Losse ogen, en op ooghoogte! En die ogen kwamen nu bijna recht op hem af. Door zijn eerdere ervaringen met vermeende geesten, bleef hij de rust zelve. En hij week geen centimeter van zijn pad. Ook die ogen trouwens niet. Die ogen kwamen vrijwel recht op hem af.

En het duurde ook niet lang. Die ogen waren binnen de kortste keren binnen zijn handbereik gekomen. Hij greep echter niet naar die ogen. Want hij kon daar op dat moment de gevolgen niet van inzien. En achteraf bleek dat ook een zeer wijs besluit te zijn geweest. Want nu die ogen zo dicht bij hem waren gekomen, werd hem duidelijk dat die ogen niet echt los door de lucht zweefden. Nee, die ogen waren aanwezig in de contouren van een silhouet met menselijke kenmerken. Sterker nog: die ogen zaten in de hoofden van twee mensen. Twee gewone mensen met een zeer donkere huid. Twee zeer zwarte mannen, met ook nog eens erg donkere kleren aan. En die mannen?..... Die mannen liepen daar gewoon langs hem heen. En hij, hij liep ook langs hén heen. Zij groeten elkaar nog wel even vlug in het voorbij gaan.

Maar wat moeten die mensen zijn geschrokken van die man met die bleke huidskleur. Die man die zo plotseling in het donker voor hen opdoemde. Daar bij de ingang van de begraafplaats. Zij verwachtten daar vanzelfsprekend niemand tegen te komen. Zo midden in de nacht, wanneer alle mensen normaal gesproken binnen blijven. "Wat doet die bleekhuidige man daar in zijn eentje bij de ingang van de begraafplaats?", zullen zij hebben gedacht. "Is hij bezig de mensen de stuipen op het lijf te jagen? In hun eigen cultuur is er onder de mensen een diep respect aanwezig voor de doden. En voor alles wat daar mee te maken heeft. Dus wat doet die man daar in zijn eentje? Dat zouden zij in hun cultuur nimmer durven doen.....Stel je voor!"


NOTA BENE: Het gegeven dat de betreffende man de bovengenoemde, donkerkleurige mannen eerst alleen aan de ogen waarnam, komt niet van het oplichten van de ogen, zoals onder andere bij wolven kan worden waargenomen. Bij die dieren is er achter in het oog een reflecterende laag (tapetum lucidum) aanwezig. Door die laag wordt het licht teruggekaatst door het netvlies, waardoor het licht optimaal wordt benut. Het nachtzicht van die dieren is daardoor ook veel beter ontwikkeld dan dit het geval is bij dieren welke die laag in de ogen niet hebben. Mensen ontberen, net als veel andere diersoorten, die speciale reflecterende laag in de ogen. In de bovengenoemde situatie kunnen de ogen van de donkergekleurde mensen dan ook niet zijn opgelicht door een toevallig aanwezige lamp in de verte. Maar in tegenstelling daartoe zijn ze door dat licht allicht wel in voldoende mate op directe wijze belicht om in de diepe duisternis toch voldoende op te vallen.