KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
COLUMNSOver belevenissen en inzichten |
CLICK HERE FOR |
Mensen die de mogelijkheid onder ogen zien dat bepaalde, moeilijk te duiden, fenomenen er op zouden kunnen wijzen dat er geesten bestaan en dat men met die geesten in contact kan komen, worden spiritisten genoemd. Het spiritisme is dus de stroming van mensen die er rekening mee houdt dat mensen na de dood als geesten in een soort geestenrijk zouden kunnen voortbestaan en dat die geesten er prijs op stellen om met "levende geesten" in contact te komen. Andere, meer rationeel denkende mensen, vinden die gedachte zo ridicuul dat zij die denkwijze al "a priori" afwijzen. En zij zullen de denkwijze en de praktijken van spiritisten zondermeer als "een geloof" beschouwen.
Het feit echter dat die zo rationeel denkende mensen zo overtuigd zijn van hun eigen inzichten en geen rekening willen houden met de ervaringen en inzichten van de spiritisten, wordt door de spiritisten op hun beurt ook als "een geloof" ervaren. Want zij als spiritisten denken immers door de resultaten van hun experimenten te kunnen aantonen dat hun denkwijze niet zondermeer "op los zand is gebouwd".
De "gelovige mensen"; de mensen die de overtuiging zeggen te hebben dat er een geestenrijk bestaat en die menen dat zij na de dood door hun overtuiging in dat geestenrijk zullen worden opgenomen en zullen worden bevoorrecht, moeten niets hebben van mensen die niet in een geestenrijk zeggen te geloven. En deze "gelovige mensen" moeten al helemaal niets hebben van mensen die met de geesten van dode mensen in contact proberen te komen. Hoewel die mensen, net als zij, daardoor niet a-priorisch afwijzend staan tegenover de mogelijkheid dat er een leven na de dood zou kunnen zijn. En hoewel het geloof van de "gelovige mensen" juist duidelijk is gegrondvest op opleveringen over vermeende contacten van de mensen in de oudheid met zowel "lage" als "hoge" geesten.
Het geloof van "ongelovige mensen" dat er geen geestenrijk bestaat, maakt de "gelovige mensen" in zoverre onzeker, dat zij geneigd zijn om zoveel mogelijk "ongelovige mensen" over de streep te trekken. "Over de streep" in de richting van hun eigen "geloof". "Hoe meer zielen, hoe meer vreugd!" En hoeveel minder reden zij zouden hebben om te gaan twijfelen. Het "geloof" van mensen die menen met de geesten uit het vermeende geestenrijk in contact te kunnen komen, maakt "de gelovige mensen" echter niet alleen onzeker, maar ook angstig! En omdat angst nu eenmaal niet goed is voor mensen, vooral als die van ernstige en langdurige aard is, zal men zich moeten afvragen of het wel zo reëel is om bang te zijn voor contact met de vermeende geesten uit het een of andere hypothetische geestenrijk.
Het antwoord op die vraag is tweeledig. Ten eerste dit: omdat uit jarenlang wetenschappelijk onderzoek op parapsychologisch gebied niets is gebleken van enig bewijs voor het bestaan van een geestenrijk, kan men gevoeglijk aannemen dat er ook geen geestenrijk bestaat. En dat het bestaan van geesten tot het rijk der fabelen moet worden verwezen. De poging om met geesten in contact te komen is dan ook zinloos. En de angst voor (negatieve) beïnvloeding van mensen door geesten is vanuit dat perspectief dan ook op zijn minst onnodig. Maar bij het geven van een antwoord op de hierboven gestelde vraag of het wel zo reëel is om bang te zijn voor contact met de vermeende geesten uit het een of andere hypothetische geestenrijk, moet men als tweede punt wel met een ander aspect rekening houden. Namelijk met het feit dat niet alle mensen psychisch stevig genoeg in de schoenen staan om de confrontatie met vermeende geesten te kunnen verdragen. Psychisch labiele, of lichtgelovige mensen en kinderen, kunnen dan ook beter maar niet aan de pogingen tot het maken van contact met geesten mee doen. Al hoe onwerkelijk die contacten ook zijn.
Al de in eerste instantie zo moeilijk te duiden fenomenen, die het bestaan van geesten van dode mensen zouden kunnen aantonen, zijn na diepgrondige bestudering goed te verklaren vanuit het brede spectrum van het menselijk "kunnen". Dit feit op zich maakt de fenomenen die de gedachte aan contact met geesten ondersteunen, nog wel interessant genoeg om mee te maken. Ook al is men er van overtuigd dat de verklaring van de spiritisten van die fenomenen beslist niet de juiste is. De illusie onder spiritisten dat juist zij de juiste interpretatie van de door hen onderzochte fenomenen "in pacht hebben", kan overigens wel bijzonder hardnekkig zijn. Niet iedereen redeneert immers even logisch als vooral op dit gebied gewenst zou moeten zijn. Het loslaten door mensen van een eenmaal ingenomen standpunt, of een aangenomen overtuiging, gaat meestal ook bijzonder moeilijk. Het loslaten van de overtuiging dat er door de door hen bestudeerde fenomenen aanwijzingen voor het bestaan van een geestenwereld zouden zijn, is ook niet niks. Want als daardoor sterk wordt getwijfeld aan het bestaan van een geestenwereld, confronteert dat de mensen heel erg met de zinloosheid van het bestaan. Dat is voor mensen een bijna niet te bevatten gedachtegang. Een angstige gedachtegang die rechtstreeks voortspruit uit het voor mensen zo unieke vermogen om rationeel te kunnen denken. Het zich realiseren van deze mogelijke waarheid appelleert erg aan het psychische evenwicht van mensen.