KLIK HIER VOOR INFORMATIE |
COLUMNSOver belevenissen en inzichten |
CLICK HERE FOR |
De ervaring van sommige mensen dat er op zeker moment kennis vanuit de toekomst tot hen lijkt te zijn binnengedrongen, is voor hen bijzonder verwarrend. "Want dat kán toch niet?", zal men dan ongetwijfeld gaan denken. Mensen die één of meerdere keren in het heden kennis van de toekomst lijken te hebben gekregen, kunnen van die ervaring zo onder de indruk zijn, dat zij er jarenlang in gedachten mee bezig zijn. "Want hoe valt ooit te verklaren dat dit mogelijk is?", zal men dan als vanzelfsprekend gaan denken. Er vanuit gaande dat zich ook werkelijk dátgene heeft voorgedaan wat men denkt dat zich heeft voorgedaan. Dus dat er in het heden informatie vanuit de toekomst tot hen is doorgedrongen. De bewering van mensen die zeggen dat zij dat hebben meegemaakt doet zich voor als een niet te bevatten absurditeit. Maar toch, het aantal mensen dat aangeeft dat zij dergelijke ervaringen hebben gehad, is bepaald niet gering. In de huidige tijd ja, maar ook in het verleden. "Het is van alle tijden", zegt men hier vaak over.
Het vreemde is echter dat dit soort informatie uit de toekomst wel eigenaardig vaak te maken heeft met ongelukken; met sterfgevallen en met oorlogen. Er lijkt hierbij een vreemde voorkeur mee te spelen voor dit soort nare gebeurtenissen in een mensenleven. En in grote tegenstelling tot wat men zou verwachten, komt de vermeende informatie vanuit de toekomst, in de gevallen waarin die zich voordoen, niet incoherent naar voren. Maar juist net zo helder en samenhangend als dit het geval is met de informatie die vanuit het dagelijks leven tot de mensen doordringt. Net zo gedetailleerd, als de belevenissen in het heden voor mensen zijn. Het is dan ook net of men er werkelijk bij was op het moment dat datgene bezig is geweest zich in de toekomst af te spelen.
Mensen die met dit soort ervaringen worden geconfronteerd, zullen ongetwijfeld voor grote raadsels komen te staan over de verklaring hiervoor. Want het kán toch niet? Het beleven van het leven zoals zich dat in de toekomst zal voordoen, is toch een absolute onmogelijkheid? Of het bestaan van tijd moet slechts een illusie zijn. Als er werkelijk geen tijd bestaat, zoals grote fysici weleens beweren, dan is het meemaken van zaken uit de toekomst geen enkel probleem meer. Dan is er één groot gebeuren en de informatie over dat gebeuren sijpelt dan net zo goed door tot in het heden, als tot in het verleden, als tot in de toekomst. Althans tot in datgene wat wij van het heden; van het verleden en van de toekomst ervaren.
Maar deze oplossing voor het geschetste probleem is in feite een niet te bevatten, moeilijke oplossing voor dit probleem. En omdat er in de wetenschap het meest belang dient te worden gehecht aan de wél te bevatten oplossingen van een probleem, zullen wij ons toch allereerst moeten gaan focussen op het vinden van één of meer wel goed te bevatten oplossingen voor dit probleem. Het probleem namelijk van het schijnbaar meemaken van belevenissen uit de toekomst. De vraag is dus of er iets is te vinden waardoor het schijnbaar meemaken van belevenissen uit de toekomst, in redelijke zin kan worden verklaard.
Stel dat u een dag voordat het werkelijk gebeurt, al weet heeft van het overlijden van een dierbaar persoon? Een dag eerder dus dan dat het in werkelijkheid plaatsvindt. En stel dat u op een nacht, terwijl u op bed ligt, een lievelingsdier dood ziet liggen. Dit terwijl dat dier op dat moment nog in uw slaapkamer aanwezig is. En dat u de volgende dag dat huisdier onder precies dezelfde omstandigheden dood op straat ziet liggen, als waaronder u dat huisdier de nacht tevoren had zien liggen. Dan lijkt er informatie uit de toekomst tot u door te zijn gekomen.
Het hebben van vóórkennis over zaken die pas in de toekomst zullen gaan gebeuren, noemt men wel precognitie. Vrij veel mensen houden er sterk rekening mee dat sommige mensen de "gave" van precognitie kunnen bezitten. Dat is eigenlijk een vreemde zaak. Zelfs na de uitmuntende bevindingen van Albert Einstein over de natuurwetten, is daar in de wetenschap geen goede reden voor. Blijkbaar is de aard van de hierboven beschreven gevallen over het schijnbare doorsijpelen van informatie uit de toekomst in het heden, echter wel een vrij algemeen menselijke ervaring. Een ervaring dus die veel minder zeldzaam is dan men geneigd is te gaan denken. Als dat werkelijk een algemeen menselijke ervaring is, dan zijn er twee mogelijkheden. Óf die algemeen menselijke ervaring is gestoeld op reële mogelijkheden binnen de natuurwetten. Óf het doorsijpelen van informatie uit de toekomst is een onmogelijkheid die gebaseerd is op misvattingen over de aard van de ervaringen die sommige mensen daaromtrent zeggen te hebben. Uiteraard is de laatste, hier genoemde mogelijkheid het meest voor de hand liggend. En daarom moet die mogelijkheid hier, in de wetenschappelijke traditie voor het oplossen van dit soort problemen, het meest serieus worden genomen.
Het is van het grootste belang dat men zich dan allereerst afvraagt of er misschien een alternatieve verklaring is voor het feit dat sommige mensen de ervaring hebben dat er informatie vanuit de toekomst tot hen is doorgekomen.
Ja, en wat men dan mogelijk niet zou gaan verwachten, die alternatieve verklaring is er wel degelijk! Namelijk de volgende verklaring: de gevallen waarin men informatie uit de toekomst meent te hebben gekregen, betreffen doorgaans omstandigheden waarin er iets is gebeurd wat een diepe indruk heeft achtergelaten op de mensen die er bij betrokken waren. Zoals dat het geval is bij ongelukken en sterfgevallen in de familiekring. De invloed van die gebeurtenissen op de menselijke psyche is zó groot, dat men er tijdens de slaap niet alleen over gaat dromen, maar dat er vaker dan anders het geval is, na de slaap ook nog goede herinneringen aan die dromen naar voren komen. Dromen zijn in wezen opeenstapelingen van associatieve gedachten over een bepaalde zaak, of over een bepaalde situatie. Om een sterfgeval in de familiekring als voorbeeld te noemen: in de droom zullen er in dat geval niet alleen beelden en gebeurtenissen met betrekking tot het sterfgeval zelf naar voren komen, maar ook de associaties met de andere belevenissen die men in die tijd had. Dat wil zeggen: de associaties met de andere belevenissen tijdens het sterfgeval zelf en de associaties met de belevenissen kort daarna én kort daarvoor! In de waaktoestand, waarvan na de slaap sprake zal zijn, zullen de herinneringen aan die droom vervolgens met elkaar vermengd raken. Het wordt aldus een mixage van herinneringen aan de werkelijke gebeurtenis, als wel van herinneringen aan de associaties die men na het sterfgeval heeft gehad. Een associatieve gedachte aan de gebeurtenissen die men bijvoorbeeld een halve dag ná het sterfgeval had, zal zich daarbij kunnen verbinden aan de belevenissen van de nare gebeurtenis zelf. En een associatieve gedachte aan de gebeurtenissen die men bijvoorbeeld een halve dag vóór het sterfgeval had, zal zich daarbij eveneens kunnen verbinden aan de belevenissen van de nare gebeurtenis zelf.
Als men met betrekking tot het sterfgeval informatie binnenkrijgt uit de tijd die zich ná het sterfgeval afspeelt, wordt dat niet in het minst als bijzonder ervaren. Want dat is in de menselijke beleving de normale chronologische opeenvolging van gebeurtenissen. Dat is niet het geval bij de miraculeuze ervaring dat men, met betrekking tot het sterfgeval, ook informatie uit de toekomst schijnt te hebben binnengekregen. Maar nu wij weten dat die ervaring slechts is gestoeld op een herinnering aan een droom die men daaromtrent heeft gehad, verliest deze schijnbaar zo miraculeuze ervaring zijn magische achtergrond. De gedachte dat er vóórkennis van de toekomst in het spel zou zijn, is daarmee niets meer dan een groteske absurditieit.