Soms is het nodig om aan te gaan tonen dat men een bepaalde lichamelijke vaardigheid beheerst. In andere gevallen is het zeer van belang om door het ontvangen van enkele adviezen de eigen vaardigheden op bepaalde gebieden te vergroten. Het kan bij het uitvoeren van bepaalde activiteiten namelijk heel veel verschil maken of men wel of niet op de hoogte is van het op de juiste manier uitvoeren van die lichamelijke activeiten. In sommige gevallen is het voor een medisch onderzoek nodig dat men ook bepaalde lichamelijke vaardigheden laat zien. Bijvoorbeeld voor het verlengen van het rijbewijs. Of voor het diagnosticeren van een ziekte. Of voor het beoordelen van de eigen lichamelijke validiteit. En in andere gevallen vindt men het zelf van belang om aan anderen te kunnen laten zien waar men op een bepaald gebied (nog) toe in staat is. Om hierbij zo goed mogelijk naar voren te komen, is het van belang dat men op de hoogte is van een aantal feitjes daaromtrent. Want als men met die betreffende kennis gewapend is, zal men algauw een beter resultaat kunnen laten zien dan wanneer men die kennis mankeert. Daarom volgt hieronder een aantal adviezen voor het verbeteren van de resultaten op zeer specifieke gebieden van lichamelijke vaardigheid:
Mocht men bij het ondergaan van een medische test zo recht mogelijk over een op de grond aanwezige streep moeten lopen, dan is het zeer van belang om te weten dat men daarbij vooral moeten letten op het losjes bewegen van de bovenbenen in de respectievelijke heupgewrichten. Loop daarbij als een heupwiegende vrouw! U zult zien dat deze test u dan veel beter afgaat. En dat u niet, als gevolg van onhandighed bij het uitvoeren van die medische test, te maken zult krijgen met een verkeerde diagnose.
Beheerst u de zwemkunst niet! Maar wordt toch aan u gevraagd om aan te gaan tonen dat u zich zelfstandig vanaf de bodem van een zwembad tot op het droge zult kunnen weten te verplaatsen? Dan is het handig te weten dat dat betrekkelijk gemakkelijk lukt wanneer u uw armen recht omhoog boven uw hoofd uitsteekt. En wanneer u tegelijkertijd in het water trappelende beweging met uw beide voeten gaat maken (trappelende bewegingen als bij een niet helemaal afgemaakte beweging met de benen bij de schoolslag).
Het met zich mee dragen van een volle emmer water is geen sinecure. Vooral wanneer er meer dan 10 liter water in zit, of wanneer men die emmer water over een betrekkelijk grote afstand met zich mee zal moeten gaan dragen. Dit lukt echter wel betrekkelijk gemakkelijk wanneer men het hengsel van die emmer in de handpalm plaatst en wanneer men de elleboog van de betreffende arm in de middel steekt. De emmer komt op die wijze op een iets verdere afstand van het been te hangen. En dat heeft tot gevolg dat de emmer in mindere mate door dat been zal worden gehinderd. Met als gevolg dat het water (of iedere andere vloeistof die men in die emmer meeneemt) niet alleen minder gauw uit de emmer vandaan spat, maar ook dat men die emmer met meer gemak zal weten te dragen.
Het maken van repeterende bewegingen met uw armspieren kan u een tennisarm, ofwel een golfersarm bezorgen. Dit kunt u voorkómen, door tijdens het uitvoeren van die bewegingen voor minder tonus op de betreffende spieren te zorgen. Hebt u eenmaal een tenniselleboog (of een golfersarm) opgelopen, dan is het heilzaam om 's avonds bij het inslapen zeer bewust de spieren van die betreffende arm te gaan ontspannen. Als de tonus op uw spieren laag is, dan zal het regeneratievermogen van uw spieren groot zijn.
Bij een longfunctietest meet een arts onder andere uw longinhoud. "Hoe meer men inademt, hoe meer men kan uitademen", zult u allicht denken. "De beste manier om veel lucht te gaan inademen, is door dit te doen door gebruik te gaan maken van zowel de buikademhaling, alswel de borstademhaling, alswel de flankademhaling. Dus ook met behulp van het middenrif". Maar gek genoeg is dat juist niet de bedoeling bij deze test. Wel is het de bedoeling om met een diepe zucht te gaan inademen en deze ademlucht op aangeven van de arts in één keer weer los te laten.
Als u een betrekkelijk zwaar voorwerp (stel een voorwerp van zo'n 50 kg) wilt gaan opheffen, om dit vervolgens op een hoger niveau (van stel: 90 cm) weer te gaan neerzetten, is dat nogal een zware opgave. Maar met een simpel trucje is dat goed te doen. Dan zal dat u zelfs opvallend gemakkelijk gaan lukken. Daarbij gaat u eerst even het werkelijke gewicht van het voorwerp checken. En daarna gaat u even flink met opbollende buik diep inademen, terwijl u zich gaat visualiseren op het opheffen en op de gewenste hoogte neerplaatsen van het betreffende voorwerp. Als u dat doet zult u zien met hoeveel verbazingwekkend gemak dit u dan wel gaat lukken. Doe dit echter niet met een verre van getraind lichaam.
Wanneer men zich voorafgaande aan het uitvoeren van een bepaalde lichamelijke handeling, die handeling van te voren in gedachten gaat visualiseren, zal die handeling opvallend veel beter kunnen worden uitgevoerd dan wanneer men dat niet doet. Probeer maar eens een propje papier van enige afstand in een prullenbak te gooien. Als men daarbij op de opening van de prullenbak gaat richten, zal men er opvallend vaker met het propje papier naast gaan gooien dan wanneer men die handeling van te voren is gaan visualiseren. Dit gegeven is bij het uitoefenen van balsporten ook van groot belang. Natuurlijk heeft men dan niet veel tijd om voorafgaande aan het werpen van de bal eerst die worp te gaan visualiseren, maar als men dat maar vaak genoeg doet wordt dit visualiseren als vanzelf een automatisme. Een automatisme wat tot betere resultaten zal leiden. Men zal dan veel vaker raak gaan schieten.
Wanneer men een betrekkelijk kleine bal, of het één of andere betrekkelijk kleine voorwerp, zover mogelijk van zich vandaan wil gaan werpen, dan lukt dat met de hierna te beschrijven techniek het allerbeste: "men werpt die bal (of dat voorwerp) dan niet vanuit de elleboog van zich vandaan, maar vanuit het schoudergewricht". Vanuit de fysica staat de logica van dit gegeven bekend als: "krachtmoment is kracht maal arm". Hoe hoger de kracht is, óf hoe langer de arm is, hoe groter dus het krachtmoment is.
Het maken van een koprol is voor een heleboel mensen een fluitje van een cent. Maar andere mensen blijken eigenlijk nooit in staat te zijn geweest om een fatsoenlijke koprol te maken. Het is echter, met enige aanwijzingen, in feite heel gemakkelijk aan te leren. Zo gemakkelijk zelfs dat het te gek voor woorden is dat hen die aanwijzingen niet veel eerder blijken te hebben bereikt. Om dit te doen gaat men met de benen bijelkaar op de hurken zitten. En vervolgens plaats men de handen naast de voeten neer. Dat wil zeggen: een klein eindje voor de voeten en met de vingers naar voren toe. De borst laat men daarbij op de bovenbenen rusten. De rug dient men te krommen en het hoofd dient men zover naar beneden te doen dat men duidelijk zicht op de plaats waar zich de eigen navel bevindt. Bij de koprol is het beslist niet de bedoeling dat men op het hoofd landt, maar in tegenstelling daartoe op de rug. Vervolgens dient men zich zodanig met de benen af te zetten dat de heupen boven het hoofd uitkomen. En terwijl men de benen en de armen licht gaat strekken, blijven de handen op de grond staan.
Voor iemand die van zichzelf weet dat hij of zij last heeft van chronische hyperventilatie, is het zaak daar zo gauw mogelijk vanaf te komen, omdat dit voor de eigen gezondheid geen goede zaak is. Om van die kwaal af te komen, kan men de volgende beide ademhalingsoefeningen gaan uitvoeren: bij de eerste oefening, die men driemaal per dag moet gaan doen, gaat men 3 x inademen en 3 x uitademen. En men let er dan op dat men daarbij slechts met de borst en de flanken inademt. En dus beslist niet met de buik. En bij de tweede oefening gaat men viermaal per dag een aantal vergelijkbare ademhalingsoefeningen uitvoeren. Het is daarbij de bedoeling dat men 5 x gaat inademen en 5 x gaat uitademen. Daarbij moet men na de vijfde uitademing zo lang mogelijk gaan pauzeren voor men verder gaat met ademen, om dan vervolgens (na inademing) 10 seconden lang de adem te gaan vasthouden.
Als men langer moet gaan lopen dan men gewend is, of als men langer gaat wandelen dan men gewend is, dan zal men naderhand met spierpijn in zijn beenspieren kunnen worden geconfronteerd. Dit is te voorkomen door tijdens het lopen zo nu en dan een tijdje de spieren van de knieën aan te gaan spannen. Door de terugtrekkende beweging van uw knieschijven worden er in dat geval een aantal andere spieren in werking gesteld. En daarmee ontspannen die spieren in uw benen waarop, door het vele lopen, te veel spanning is komen te staan.
Wanneer men, (bijvoorbeeld) op sportgebied, een zware lichamelijke inspanning moet gaan leveren, dan is het van belang om er rustig aan te beginnen. Wanneer men dat doet en pas in de loop van de tijd de maximale inspanning tracht te leveren, komt men verder dan wanneer men direct als "een wildeman" te keer gaat. Het feit dat vrouwen bij duursport vaak langer in staat zijn om door te gaan, komt allicht door het gegeven dat vrouwen veel minder de neiging hebben om op explosieve wijze aan die sport te beginnen.
Wanneer men een kabel (die tussen twee palen is gespannen) volledig recht wil gaan trekken, dan zal die kabel gaan barsten. Hoe sterk die kabel ook mocht zijn! Wanneer mensen te hoge eisen stellen aan hun eigen lichaam en geest, dan zullen ook zij in figuurlijke zin barsten gaan vertonen. Mensen kunnen tot grote lichamelijke en geestelijke prestaties in staat zijn, als zij zich tenminste van tijd tot tijd goed weten te ontspannen. Dat wil zeggen: zowel lichamelijk als geestelijk ontspannen. Een toestand van lichamelijke ontspanning bereikt men bijvoorbeeld door minimaal een half uurtje rustig op een stoel te gaan zitten en zich in die tijd volledig te gaan concentreren op het loslaten van de tonus op iedere denkbare lichaamsspier waarop men door denkkracht invloed kan uitoefenen. Een toestand van geestelijke ontspanning volgt bijna als vanzelf op die toestand van lichamelijke ontspanning die men dan ervaart. Tenminste voorzover men intens weet te genieten van de toestand van lichamelijk ontspanning die men, door spierrelaxatie, bij zichzelf heeft opgewekt.
Wil men gaan dansen, maar men weet niet hoe dat moet, dan is het van het grootste belang om de basispasjes voor een aantal dansen even te gaan oefenen. Dit gaat het gemakkelijkst als men daarvoor een aantal lessen op een dansschool gaat volgen. Natuurlijk zou men die pasjes ook aan kunnen gaan leren door een online-danscursus op internet te gaan volgen. Of door gewoon op het voetenwerk van dansende mensen te gaan letten. En jawel, sommige mensen zijn goed in staat om op die wijze de betreffende dansen onder de knie te krijgen, maar voor anderen is dat "the hardest way to learn it".
Als je de spierkracht van veel lichaamsspieren tegelijkertijd wil gaan versterken, is dat zeer eenvoudig te doen door te gaan steppen. Dat wil zeggen: door zich op het zogenaamde "fitness steppen" te gaan richten. Daarvoor is slechts een laag en stevig "stepbankje" voldoende. Door beurtelings met de ene voet op dat bankje te gaan stappen en er daarna direct weer af te gaan stappen en door dat vervolgens met de andere voet te gaan doen, ben je reeds aan het steppen. Dus zo moeilijk is dat niet! Door die step-stappen vrij lang achter elkaar te gaan uitoefenen, zul je niet alleen werken aan het versterken van de betreffende spieren, maar ook aan het verbeteren van je lichaamshouding, het beheersen van je ademhaling, het verbeteren van je uithoudingsvermogen en het verbeteren van je figuur. Voor fitness steppen is het van belang dat men de stappen in een goede en vaste cadans verricht. Dan hoeft men zich er minder op te gaan concentreren.
Een sport die erg veel van het eigen uithoudingsvermogen vergt, is de touwtreksport. Door hierbij zeer krampachtig zijn best te doen, zou men gemakkelijk kunnen vergeten om goed door te gaan met ademhalen. Daar moet dus bij deze sport wel extra aandacht voor blijven bestaan. Als men zich met deze manier van sporten bezig houdt, wil men natuurlijk van tijd tot tijd ook gaan winnen. Al is het alleen maar om op die manier het groepsgevoel te versterken. De kans om met deze sport te gaan winnen, is door gebruikmaking van een trucje zeer gemakkelijk te vergroten. Stel dat trekker nr.1 en trekker nr.3 en trekker nr.5 en trekker nr.7 allen hun gewicht mee inzetten bij het trekken, dan zullen zij het touw op die betreffende plaatsen naar beneden trekken. Dit heeft voor de tussenliggende trekkers (dus trekker nr.2, nr.4 en nr.6) tot gevolg dat zij al trekken veel steviger op de grond komen te staan. Tenminste als zij ondertussen, al trekkend, het touw ook omhoog proberen te gaan trekken. Deze tussenliggende trekkers zijn op deze manier in staat om veel meer kracht uit hun beenspieren te halen, dan anders het geval is.
Bij de poging om een hoge fietssnelheid te bereiken, is het goed te bedenken dat daarbij de lichaamshouding, waarmee men op de fiets zit, van wezenlijk belang is. Het maakt voor het behalen van de hoogste snelheid die men op de fiets weet te bereiken, namelijk erg veel uit hoe men precies op die fiets zit. Het zal voor een ieder evident zijn dat dat de ver voorovergebogen fietshouding is. Maar de reden waarom dat zo is, is lang niet voor iedereen duidelijk. Het is in ieder geval niet alleen de meer aerodynamische fietshouding die men aldus verkrijgt. Nee, het komt voor een belangrijk deel ook door de grotere kracht die men in de voorovergebogen houding op de pedalen weet uit te oefenen. Door de voorgaande link aan te gaan klikken, komt men op een webpage van de onderhavige website terecht waarop hierover tekst en uitleg staat.
Natuurlijk zijn er nog veel meer handigheidjes te bedenken die ieder voor zich tot verbetering van de één of andere vaardigheid kunnen gaan leiden. Door cretief over dit soort zaken na te gaan denken, kan men al gauw veel vaardiger worden in het uitoefenen van die respectievelijke activiteiten. Men moet de handigheidjes, die daarvoor te gebruiken zijn, maar net even weten. Voor iemand die wel van die handigheidjes op de hoogte is, lijken ze vaak zo logisch te zijn dat het niet eens in hun opkomt om daar melding over te doen tegenover eventuele anderen die ook die activeiten aan het uitvoeren zijn. Vandaar dit rijtje adviezen voor het verbeteren van een aantal activiteiten. Natuurlijk is het bij lange na niet compleet, maar dat hoeft op deze plaats ook niet te worden nagestreefd.
Voor een goede lichaamsmotoriek is het uiteraard wel noodzakelijk dat men beschikt over een goede positiezin (ook wel proprioceptie genoemd). Dat is het vermogen van een organisme om goed de positie van het eigen lichaam en de eigen lichaamsdelen waar te nemen. Het zintuig hiervoor is bij veel mensen goed ontwikkeld, maar bij anderen veel slechter. Net als dit bijvoorbeeld bij het gezichtszintuig, of het gehoorzintuig het geval is. En net als men bijvoorbeeld van een persoon met een gestoord gezichtsvermogen niet mag verwachten dat deze zonder kunstmiddelen alles maar zal kunnen gaan waarnemen, moet men dat ook niet verwachten bij iemand bij wie het proprioceptief zintuig gestoord is. Bij het aanschouwen van de manier waarop mensen bepaalde activiteiten uitvoeren, moet men er goed rekening mee houden dat dit zintuig van de proprioceptie bij sommige mensen min of meer gestoord is. En uiteraard, net als dit bijvoorbeeld ook bij het gezichtszintuig het geval is, met het toenemen van de leeftijd zal ook dit proprioceptief zintuig minder perfect zijn werk kunnen gaan doen. Overigens speelt niet alleen de leeftijd daarin een rol, maar bijvoorbeeld ook de invloed van bepaalde ziektes die men heeft, en/of de invloed vam bepaalde medicijnen die men noodzakelijkerwijs heeft moeten gebruiken. Alcoholgebruik heeft daar ook invloed op. Niet alleen een mogelijke chronische invloed, maar ook een acute invloed, zoals iedereen wel weet die wel eens een dronken persoon heeft zien lopen.