KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Suïcide, ofwel zelfdoding

Tot tweemaal toe had het plaatsgevonden. Tweemaal met enige maanden tussentijd weliswaar. Maar voor het overige onder vergelijkbare omstandigheden. Het betrof twee mannen van middelbare leeftijd. Beiden hadden een eigen onderneming. En beiden zaten in dezelfde branche. Ik kende deze mensen niet bijzonder goed, maar bij beiden was ik voor mijn werk wel reeds een aantal malen geweest. En van beiden had ik dit nooit verwacht. Er leek niks mis te zijn met deze mensen. Waarom zou dat ook? Maar beiden hadden zichzelf, op vrijwel identieke wijze, van het leven beroofd. Het is al enkele decennia geleden, maar het heeft toen een diepe indruk op mij gemaakt. Want hun zelfgekozen dood was toch wel erg dramatisch. Tenminste als men te horen krijgt hoe ze het hebben gedaan. En vooral als men daar ter plekke de bouwsels ziet waarin zij zich van kant hebben gemaakt.

In het verleden werden de huizen en de bedrijven niet door een openbaar nutsbedrijf van water voorzien. Zoals dat nu wel algemeen gebruikelijk is. Nu draait men slechts de waterkraan open en men heeft naar ieders behoefte drinkbaar water ter beschikking. Maar in vroeger tijden had men dat niet. Toen werd hiervoor het regenwater, wat op de daken neerviel, in een diepe put achter ieders huis en achter ieder bedrijf, verzameld. En dat water werd daar dan, naar behoefte, met een aker (aan een ketting) uit vandaan gehaald. Een dergelijke waterput was tot ongeveer een meter boven het grondoppervlak opgemetseld. En daar bovenop bevond zich dan een afsluitende afdekplaat van beton. In die afdekplaat was altijd een mangat aanwezig. Een gat dus waardoor een man voor schoonmaakdoeleinden naar binnen kon klimmen. En dat mangat was dan afgedekt met een scharnierend deksel van metaal. Een dergelijke waterput was doorgaans vrij smal van boven. Dat was de hals van de waterput. Maar meer naar beneden was die put veel breder. Het water bleef op die wijze voldoende koel, om geen groot risico op bacteriële verontreiniging te doen veroorzaken.

Goed, om kort te gaan, beide bovengenoemde mensen hadden zichzelf van het leven beroofd door op zeker moment in een dergelijke waterput te stappen. Een waterput dus die al geruime tijd in gebruik was en die daardoor een flinke hoeveelheid water bevatte. En het was duidelijk, als men zich eenmaal in een dergelijke in gebruik zijnde waterput bevindt, dan komt men er niet meer uit. Het water is te koud om zich voldoende te kunnen bewegen. En de wand van de put loopt van bovenaf taps naar beneden toe. Dus ook al zou men dat willen, er is geen beginnen aan. Hier kan men niet weer zonder hulp uit vandaan komen. Reeds als jonge jongen gruwde ik van het idee om ooit eens (per ongeluk) in een dergelijke, met water gevulde, put terecht te zullen komen. Maar goed, beide bovengenoemde mensen zullen ook wel eens van dat idee hebben gegruwd. Toch waren zij er beide, ieder voor zich, op zeker moment wel ingesprongen. Eén van beiden had eerst nog keurig zijn klompen uitgedaan, voor hij er in sprong. Toen men hem zocht, stonden die klompen daar vlak voor de put, als stille getuigen van wat er had plaatsgevonden. In beide gevallen was dit voor de mensen uit hun directe omgeving een bijzonder gruwelijk voorval.

"Dat zal ik zelf nooit gaan doen", heb ik altijd gedacht. "En als ik onverhoeds de impuls zou hebben om dat wél te gaan doen, dan zet ik er eerst een lange ladder in", dacht ik dan. "Als ik dan spijt krijg, wanneer ik mij eenmaal in het ijskoude water bevind, en wanneer ik eenmaal al zwemmend tot bezinning ben gekomen, dan kan ik er in ieder geval vrij eenvoudig weer uitklimmen". Als ik dat echter aan andere mensen vertelde, verzekerde men mij dat deze mensen er geen spijt van zouden krijgen. Maar ik..., ik twijfelde daar dan vervolgens weer sterk aan. "Want hoe weten zij dat zo zeker?", dacht ik dan. "Als je in dat koude water terecht komt, wil je er toch zo gauw mogelijk weer uit? En je gaat daar in die put toch ook automatisch zwemmen? Als men tenminste de zwemkunst machtig is". Nee, liever sprong ik dan in een diepe sloot. Dan kon ik, als ik daar eenmaal in lag, alsnog besluiten wat ik verder zou gaan doen. Dus of gaan zwemmen om er uit te komen, of juist niet! Ik zou tot op het laatst de keuze willen houden om op mijn besluit terug te kunnen keren. "Ja, maar zo denken dit soort mensen niet", zei men dan tegen mij. "Hoe weten zij dát nu weer zo zeker", dacht ik dan. "Hoe kan men nu weten wat een dergelijk persoon op dat fatale moment beleeft".

"Mensen die dit soort dingen doen, zijn óf zwaar depressief, óf ze horen stemmen in hun hoofd", heb ik wel eens gehoord. Goed, best kans dat dat een choquante versimpeling van het probleem is. Maar voorzover dat waar is, of slechts deels waar is, valt daar wel iets over te zeggen. Want depressiviteit is misschien niet op eigen houtje door mensen te genezen, maar mogelijk kunnen mensen dat wel met redelijk succes proberen te voorkómen. Namelijk door bij zingevingsproblematiek actief te worden. En door niet lijdzaam de ontwikkelingen in het leven op zich af te laten komen. Heeft men op zeker moment in het leven de keuze tussen wél doen, of niét doen, dan is het heel vaak beter om datgene maar wél te gaan doen. Want dat brengt je bijna altijd verder; daardoor doen er zich vaak interessante zaken voor en daardoor doet men vaak weer nieuwe, zinvolle ideeën in het leven op. Enzovoorts, enzovoorts! Mensen die stemmen in hun hoofd zeggen te hebben, kunnen daar erg door worden getergd. Dat speelt vooral bij mensen die de overtuiging hebben dat die stemmen enige realiteitswaarde in zich hebben. Mensen dus die geloven in het feit dat die stemmen van geesten, of van hemelse wezens, afkomstig zijn. Mogelijk kunnen de mensen die dat geloven geholpen worden met de wetenschap dat er nog nooit, nee helemaal nooit ook maar enig wetenschappelijk gefundeerd bewijs gevonden is voor het bestaan van dit soort wezens. En als ze niet bestaan, dan kunnen zij óók geen stemmen in een mensenhoofd tevoorschijn toveren. Nee, als men stemmen hoort, dan is dat hoogstens een merkwaardige werking van de hersenen zelf in het eigen hoofd (een auditieve hallucinatie). Van dat soort uitwerkingen van de eigen hersenactiveit zijn wel meer voorbeelden te noemen. Klik maar eens op deze link voor informatie over het in de parapsychologie beschreven fenomeen dat er op sommige bandrecorderopnames merkwaardige stemgeluiden zijn te horen.

Voor mensen die moeite hebben om de gevoelens van mensen met een suïcide-ideatie te begrijpen, is het verhelderend om zich eens de volgende, fictieve gebeurtenis voor de geest te gaan halen. Stel je rijdt in je eentje met je four-wheel drive jeep over de toendra van Siberië. Je voelt je de koning te rijk, want het weer is mooi en het landschap is overweldigend boeiend. Er kan je niet veel gebeuren, want je hebt genoeg eten en drinken mee voor een dagenlange tocht naar de eerstvolgende nederzetting. En je brandstofvoorraad is zó groot dat je die tocht wel twee keer zou kunnen maken. Je geniet met volle teugen. En jouw fourwheel-drive "machine" heeft geen enkele moeite met het ruige landschap waarin je rijdt. Maar nu slaat het weer om. Het begint te regenen. En het wordt snijdend koud. De regen bevriest tot ijzel en er komt al spoedig een dikke ijslaag op de grond te liggen. Gelukkig is dat voor jouw jeep geen probleem. Hij blijft goed te besturen. Een tijdje daarna begint het flink te sneeuwen. De aardigheid van de tocht over de toendra van Siberië gaat er nu wel af. Want de zo boeiende afwisseling in het landschap verdwijnt volledig. Alles wordt eentonig wit. Plotseling begint het nu ook te waaien. Eerst vrij zachtjes, maar later veel harder. Door de harde wind waait de losse sneeuw op tot ruggetjes van sneeuw. Je geniet nu van het schouwspel van die vele sneeuwruggetjes. Je raakt de oriëntatie, voor het volgen van de meest geschikte route in het landschap, echterwel wat kwijt. Maar je geniet ervan hoe jouw "machine" moeiteloos, over zelfs de hoogste sneeuwruggetjes, heen rijdt. Op de ruiten van je "machine" heeft zich, door de ijzel, een dikke laag ijs gevormd. Jouw uitzicht is nu zo beperkt dat je nauwelijks meer verder kunt rijden. Maar je moet wel, want het is ook geen goede optie om daar in "the middle of nowhere" je lot te gaan afwachten. De wind trekt ondertussen zodanig aan dat de sneeuwruggetjes op jouw route hoge sneeuwbanken worden. Nog steeds rijdt je "machine" er wel doorheen, maar op het moment dat deze een dergelijke hindernis neemt, zie je door het opstuiven van de sneeuw even helemaal niets meer voor je ogen. En de sneeuw van de sneeuwbank klettert dan in angstaanjagende hoeveelheden op het dak van je jeepje neer. "Veel sneeuw, teveel sneeuw!", denk je nog. En jouw "machine" stopt vervolgens, midden in een veel te hoge sneeuwbank......Gelukkig heb je een schop meegenomen. En je begint je "machine" uit te graven. Maar het valt niet mee, want het ijzelt opnieuw en het is ontzettend koud. Het stel handschoenen dat je had aangetrokken, blijkt voor deze kou niet afdoende te zijn. En jouw bergschoenen, die je aan hebt, beschermen je ook al niet afdoende tegen de kou. Maar je moet tóch wel doorgaan met scheppen. Want jouw sterke "machine" zit in die hoge sneeuwbank ondergedoken. En die "machine" zal jou bescherming moeten bieden tegen de allerergste kou. En bovendien: al jouw spullen liggen erin. Ook jouw eten en drinken. En daar kun je echt niet zonder in deze sneeuwwoestijn. De grond waarop je staat is door de vele ijzel spekglad geworden. En je hebt grote moeite om te blijven staan. Ondertussen heb je jouw jeep aan één van de zijkanten helemaal uitgegraven. Je besluit om maar eens bij het voorwiel tegen de zijkant van jouw jeep aan te gaan duwen, om aldus de jeep enigzins uit de sneuuwbank vandaan te gaan duwen. De ondergrond van de sneeuwbank is zó glad, dat dat zou moeten kunnen lukken. En inderdaad. Je krijgt jouw "machine" zover omgezwenkt, dat het mogelijk is weer verder te gaan rijden. Het wordt weer lekker warm in de cabine van jouw "machine", maar je voelt wel een scherpe pijn in jouw borst. "Waarschijnlijk een rib gekneusd door het harde drukken tegen de jeep", denk je. Het schokken van je jeep verergert jouw pijn. Maar je wilt niet stil blijven staan. Stel je voor dat je daar ter plaatse insneeuwt. Door het langdurende en zware karwei van het wegscheppen van de sneeuw, ben je wel erg moe geworden. En je wordt slaperig, zo slaperig zelfs dat je voor jouw eigen veiligheid wel een tijdje voor slaap moet gaan zorgen. Maar om te kunnen slapen moet je rechtop in jouw jeepje blijven zitten. Niet al te fijn natuurlijk. Bovendien, je hebt het koud! En als je nu ook nog eens de moter van je "machine" uit moet gaan doen, wordt het natuurlijk nog veel kouder in jouw jeepje. "Natuurlijk, je hebt een warme slaapzak meegenomen, om daarmee in jouw tent te kunnen overnachten. Maar die slaapzak zal onder deze omstandigheden ten eenenmale onvoldoende zijn", realiseer je je. En die tent....? Ja, om die tent daar in die sneeuwvlakte op te gaan zetten, is ook geen aantrekkelijk idee. "Dan die tent maar zoveel mogelijk over mij heen gaan draperen", bedenk je je. Dat zal mij wel voldoende tegen de kou gaan beschermen. Om niet met jouw krachtige "machine" in te gaan sneeuwen zoek je met jouw "machine" zo gauw mogelijk een heuveltje in het landschap op en je blijft daar in je "machine" zitten om te gaan slapen. Te gaan slapen in jouw slaapzak en met de tent zo goed mogelijk over je heen gedrapeerd. En werkelijk, er vloeit nu een zalige warmte door je lichaam. Je wordt pas de volgende ochtend weer wakker. Je hebt nu veel pijn in je borst. Je krijgt wel érg veel last van je gekneusde ribben. Iedere noodzakelijke beweging doet je pijn. En je rug! Ja, van de gekke slaaphouding, doet je rug nu ook pijn. Met heel veel moeite ruim je jouw rommel op. En je besluit maar weer verder te gaan rijden. Maar de moter van jouw "machine" wil niet makkelijk starten. Voor het eerst op deze tocht wordt je bang. Want wat moet je doen, als jouw "machine" je in de steek laat. Na een tijdje iedere keer voorzichtig weer opnieuw te hebben geprobeerd te starten, lukt het je toch om je "machine" weer aan de praat te krijgen. De moter begint goed te ronken en je "machine" heeft weer alle kracht van de wereld. Maar de sneeuwduinen zijn ondertussen wel problematischer geworden. Door de ijzel is de bovenlaag hard bevroren. Maar de moter van je jeepje doet goed zijn best om zelfs door de hoogste sneeuwruggen heen te ploegen. Totdat ineens, heel plotseling de moter afslaat. Het lukt je nu niet om deze weer opnieuw op te starten. "Wat een misère!" Volgens de brandstofmeter heb je nog wel gasolie in de tank. "Dat kan het niet zijn", bedenk je je. "Maar misschien functioneert de brandstofmeter door de scherpe vorst niet meer". "Toch maar eens handmatig peilen hoeveel gasolie er nog in de tank zit", besluit je. En jawel, er zit nog wel een flinke laag gasolie in de tank. "Dus dat kan het niet zijn", bedenk je je. Maar eens opnieuw proberen of de moter nú wil starten. En jawel hoor, al bij de allereerste poging slaat hij aan. Je krijgt weer een beetje meer hoop dat het allemaal goed zal komen. Zo langzamerhand was de moed je wel in jouw schoenen gezakt. En je begon je op dat moment ook terdege de waanzin van jouw poging te realiseren. De waanzin namelijk om in je eentje aan deze dagenlange tocht over de toendra van Siberië te beginnen. Maar goed, de moter van jouw jeep werkt weer even krachtig als voorheen. En je krijgt er weer iets meer vertrouwen in dat je deze gedurfde reis tot een goed einde zult weten te brengen. Maar je realiseert je nu wel dat het ook gemakkelijk mis zou kunnen gaan. Dit idee deprimeert je nu erg. En zo vrolijk en zo vol goede moed als je aan deze tocht begon, zo naargeestig ben je nu. Het lijkt een eindeloze tocht te zijn over die uitgestrekte vlakte van de toendra in Siberië. En zo mooi als het landschap eerst was, zo eentonig is het nu. Met al die sneeuwruggen en die sneeuwbanken die voor je opdoemen. Maar je jeepje ploegt zich er gelukkig nog wel een beetje doorheen. Al mijd je wel de hoogste sneeuwbanken. Het gaat nu weer lekker! Ineens realiseer jij je waarom de moter van jouw voertuig zo plotseling was gestopt. Want op de dop van de tank heeft zich een flinke lag ijzel opgehoopt. En het beluchtingsgaatje van de brandstoftank is daardoor natuurlijk dicht komen te zitten. Doordat de moter onder die omstandigheden wel werkte, heeft je moter een vacuum in de tank getrokken. En daardoor heeft de gasolie niet de verstuivers van de moter kunnen bereiken. Door het losdraaien van de tankdop heb je dat vacuum opgeheven. En daardoor heb je de moter van je "machine" weer als vanouds kunnen starten. Het is nu erg koud. Meer dan 20° Celsius onder nul geeft de thermometer achter de bumper van je "machine" aan. "Veel te koud en veel te ver om te gaan lopen, als dat nodig mocht zijn", bedenk jij je. Je raakt gewend aan de omstandigheden op je route en je bereikt nu een flink tempo. Totdat, geheel plotseling, de power van je "machine" voor een groot deel wegvalt. Je komt nog wel vooruit, maar je "machine" heeft nu zelfs al moeite om de hindernis van de vrij lage sneeuwruggen te nemen. De snelheid waarmee je reed, valt nu ook grotendeels weg. De moter van je "machine" is plots zijn grote kracht kwijtgeraakt. "Het is net of de brandstofleidingen van de moter verstopt zijn geraakt", bedenk je je. En dat gedacht hebbende, komt het je in de zin dat dit wel eens met het uitvlokken van de gasolie te maken kan hebben. De gasolie die je in je tank had gedaan, zou tot een temperatuur van -20 graden Celsius niet kunnen gaan uitvlokken. Je had er speciale winterdiesel ingedaan. Maar op dit moment, hier in Siberië vriest het meer dan 20 graden. Dus de gasolie in jouw "machine" zou wel eens werkelijk uitgevlokt kunnen zijn. Deze gedachte doet je erg schrikken! Want een nieuw brandstoffilter heb je niet meegenomen. Nu slaat de schrik je om het hart en de paniek slaat toe. "Dit gaat verkeerd aflopen", bedenk jij je. "Eerst maar eens wat gaan eten en wat gaan drinken". Misschien wordt ik daar wat rustiger van. Maar op het moment dat je jouw meegebrachte eten hebt gevonden, blijkt het helemaal bevroren te zijn. En het water in jouw waterfles is ook één klomp ijs geworden. De ellende stapelt zich nu van alle kanten op. En het wordt nu ook wel heel erg koud in jouw stilstaande jeep. "Wat moet je doen? Er is geen goede oplossing meer voorhanden", realiseer jij je. En de wanhoop slaat toe! De situatie is echt hopeloos. "Hulp zal achterwege blijven, want wie weet nu waar jij precies bent en waar jij je met je ondergesneeuwde jeepje in dit witte landschap bevindt", bedenk je je. Je wordt zelf ook hopeloos van de grote ellende waarin jij je bevindt. "Dit loopt niet goed af", besef jij je. "Was ik maar dood, dan zou de ellende voorbij zijn", kwam er plotseling in je op. "Ik zou een einde aan mijn leven moeten maken! Hoe vervelend dat idee ook is", denk je bij jezelf. "De dood komt hier tóch wel op mij af. Waarom dan niet een paar uurtjes eerder?"

"Komt er nog een "happy end" aan de beschrijving van bovenstaande, fictieve gebeurtenis?", zult u mogelijk vragen. Nee, op een webpage met informatie over suïcide loopt een fictief verhaal niet goed af. In dit soort verhalen is de suïcidaliteit doorgaans hoog. Met de beschrijving van deze fictieve gebeurtenis willen wij u laten zien hoe het mogelijk is dat ieder mens in omstandigheden kan komen waarin zelfdoding een optie wordt. Dus ook mensen die bij hun volle verstand zijn en die psychisch volledig in evenwicht zijn. Iedereen loopt dus de kans op zeker moment tot suïcide te gaan komen. Het ligt in de menselijke aard besloten dat mensen op zeker moment tot dit soort dodelijke keuzes komen. Het kan dus ieders pad gaan doorkruisen! Als mensen in levensomstandigheden terecht komen die erg extreem en levensbedreigend zijn, is het kiezen voor "de gemakkelijkste oplossing" gewoon de gemakkelijkste oplossing. En voor mensen die met erge kou worden geconfronteerd, zal die fatale stap ook nog eens veel kleiner zijn dan wanneer dat niet het geval is.

Ieder mens kan dit soort zaken overkómen, maar mensen die niet vrolijk in het leven staan moeten hier meer voor oppassen. Voor dié mensen is het van groot belang om hulp te gaan zoeken. De eerste stap daartoe is gemakkelijker dan men geneigd is te denken. Door namelijk naar de huisarts te gaan en door deze te vertellen dat men niet vrolijk in het leven staat, is het voor hem/haar doorgaans wel duidelijk dat achter die hulpvraag een giga-probleem zou kunnen schuil gaan. En als het goed is, zal die arts er dan voor zorgen dat men in contact komt met een medisch specialist die daarbij kan helpen. Voor mensen die niet vrolijk in het leven staan heeft het doorgaans geen zin om op een andere wijze hulp te gaan zoeken. Tenminste niét als men dat in de vrienden- en kennissenkring probeert. Want over zelfdoding bestaan daartoe teveel vóóroordelen en misvattingen.