KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Huisvredebreuk

Het was een activiteit die voor een ouder, of voor een oppasouder, veel voor komt. Namelijk het begeleiden van een kind naar de woning van een vriendje of een vriendinnetje. Het kind, een meisje van zeven jaar oud, had enkele keren eerder bij dat vriendinnetje gespeeld. En zij had zich daar goed vermaakt. Dus dit was alleen maar goed! Ze was erg enthousiast om daar opnieuw heen te gaan en zij liep daarom voor mij uit naar de woning van haar vriendinnetje. Ik had nog net even de tijd om aan te bellen, toen zij in haar haast de voordeur reeds probeerde te openen. Dat lukte haar zonder meer! En zij wilde meteen doorlopen, naar binnen toe. Maar de betreffende deur was haar vóór! De deur draaide niet gewoon open, maar hij viel vóór haar neer. De deur viel dus vóór haar uit naar binnen toe. En zij kwam bovenop de naar binnen gevallen deur terecht. Zelf viel ik niet naar binnen toe. Ik kon nog wel blijven staan! Ik kon zodoende wel meteen het hevig geschrokken kind oprapen. De deur was simpelweg uit het kozijn vandaan gevallen. Het meisje was letterlijk met de deur in huis gevallen. En niet spreekwoordelijk, zoals zoveel mensen regelmatig wel eens bewerkstelligen. Enfijn, het kind mankeerde niets. En de schade was te overzien. Maar ik was ondertussen wel naar binnen gestapt. En ik vroeg mij meteen af, of ik daarin ook een stap te ver was gegaan. Toen de moeder van het vriendinnetje naderbij kwam, bleken mijn zorgen voor niets te zijn geweest. De moeder verweet ons niets, zoals in een dergelijke situatie niet altijd gebruikelijk is. En zij vroeg mij om haar te helpen de deur veilig aan kant te zetten. Het was ook duidelijk geen geval van wederrechterlijke binnendringing of oponthoud in andermans woning. Zoals dit bij huisvredebreuk het geval is.

In de volgende situatie zou hét dit wel kunnen zijn. Althans dat zou men wel denken, zónder op de hoogte te zijn van de jurisprudentie daaromtrent. In de situatie namelijk dat een bepaalde persoon eenmaal tot de woning van iemand is toegelaten, maar daar op een later moment niet meer als gewenst persoon wordt beschouwd. Die persoon zou dan de woning op verzoek van de bewoner moeten verlaten. Als die persoon dat niet doet (of niet snel genoeg doet) zou dat die persoon in moeilijkheden kunnen gaan brengen. Want dan zou juist dát wel eens als huisvredebreuk kunnen worden beschouwd. Maar als de bewoner van dat huis de ongewenste persoon geforceerd naar buiten zou werken, zou dat feit de bewóner van dat huis juist in moeilijkheden kunnen gaan brengen. Vooral wanneer die betreffende persoon daarbij letsel zou oplopen, of wanneer die persoon van het vrouwelijk geslacht zou zijn. Het recht op het bewaken van het private-eigendom zou dan wel eens vrij broos kunnen blijken te zijn.

Het gebeurde mijn vrouw en ik ook eens dat een man aan de deur kwam om een dure brochure terug te vragen, een brochure welke hij enige dagen daarvoor ongevraagd bij ons had bezorgd. Toen mijn vrouw hem had aangehoord, wilde zij die betreffende brochure gaan opzoeken, om deze aan die man terug te geven. Zij liet daarbij de deur open staan, in het vertrouwen dat die man wel buiten op haar zou wachten. Maar die man liep toen vrijwel meteen achter haar aan de huiskamer binnen. Misschien om behulpzaam te zijn, door haar alvast een eindje tegemoet te lopen voor het in ontvangst nemen van de brochure. Maar deze vrijpostigheid werd door mij toch iets anders ingeschat. De betreffende man had blijkbaar niet in de gaten gehad dat ik óók thuis was, want toen ik hem op zeer luide toon verzocht onze woning meteen te verlaten, ging hij er hevig geschrokken als een haas vandoor. Ik had het geluk dat het aldus afliep, realiseerde ik mij. Want als die man niet zo gauw en zo snel was vertrokken, had ik hem bij zijn kladden moeten pakken. En dan had ik hem waarschijnlijk zeer hardhandig het gat van de deur gewezen. Maar de kans dat ik hem daarbij letsel had toegebracht, was dan beslist niet uitgesloten geweest. Vooral als hij zich daarbij ook nog eens had verzet.

Nog een ander situatie: als iemand een inbreker op zeer harde wijze het huis uit meent te moeten werken, dan is de kans groot dat die actie voor zowel de inbreker als wel voor de bewoner van het huis verkeerd afloopt. Mensen die in de woning van andere mensen plegen in te breken, doen dat over het algemeen niet ongewapend. Want zij weten natuurlijk niet hoe de situatie zich in die woning zal gaan ontrollen. Vanuit de vrees dat zij bij de ontdekking van hun inbraakpoging worden betrapt, nemen zij dan ook vaak het een of andere wapen mee. Maar de bewoner van dat huis, zal zich in die situatie ook wel eens niét al te gemakkelijk kunnen laten bestelen. De inbreker zou bij zijn poging tot diefstal wel eens op zeer gevaarlijke tegenwerking kunnen gaan stuiten. Voor de inbreker schuilt het gevaar dáár in, dat de bewoners onder die omstandigheden vaak zeer gespannen en opgefokt zijn. De adrenaline giert dan door het lijf van die bewoners. En een gevaarlijk handgemeen ligt dan voor de hand. De kans dat dit geval van huisvredebreuk voor beide partijen slecht afloopt, is dan ook groot. De bewoner van het huis, die zich verdedigt tegen het roven van zijn bezittingen, zal al gauw ál te rigoureus gaan optreden. De inbreker die zich stijf van de zenuwen tegen een eventuele aanval zal trachten te verdedigen, zal onder die omstandigheden al gauw en onnadenkend naar zijn eventuele wapen gaan grijpen. En van die onbesuisde handeling zal hij dan later wel eens jarenlang spijt kunnen gaan hebben.

Het respecteren van iemands grenzen is van groot belang. Ook in dit soort gevallen. Maar niet ten koste van alles, zoals immers al bleek uit de gebeurtenis die in de eerste alinea is beschreven. Bij de poging om andere mensen te helpen, is het overschrijden van dit soort grenzen wél van belang.

In wéér een ander geval woonden wij eens een tijdlang naast het huis van een oude, alleenstaande vrouw. Uit dat huis kwam zowel overdag als 's nachts veel ongepast lawaai vandaan. Dat kwam omdat die vrouw haar eenzaamheid blijkbaar trachtte te bestrijden door het fokken van honden. Ze had op zeker moment zelfs meer dan slechts enkele honden in huis. En dat veroorzaakt vanzelfsprekend de nodige overlast bij de buren. Maar op een nacht hoorde ik tijdens mijn slaap plotseling een ander merkwaardig geluid uit de woning van de buurvrouw komen. De sterke gedachte die mij bij het horen van dat geluid opkwam, was dat de buurvrouw tijdens de nacht via de trap naar beneden was gevallen. Ik was ondertussen klaar wakker geworden. En ik lag te luisteren of ik ook gekerm uit de woning vandaan hoorde komen. Maar ik hoorde vervolgens geen ongewone geluiden uit de woning vandaan komen. "Mogelijk had ik mij dit alles ingebeeld. Misschien had het te maken met een droom", bedacht ik mij. Toch vertrouwde ik het niet. En ik had sterk de neiging om in het holst van de nacht bij haar aan te gaan bellen, om haar te gaan vragen of er iets met haar was gebeurd. Maar goed, ik bedacht mij dat die gedraging haar wel eens erg zou kunnen doen schrikken. Zo midden in de nacht! Mijn hulp bleef dus uit! Om zes uur in de ochtend trok ik echter de stoute schoenen aan en ik belde toch nog bij haar aan. Het duurde vrij lang, maar uiteindelijk deed zij de deur open. En zij keek daarbij uitermate verdwaasd uit haar ogen. Ze vertelde mij toen dat zij in de hal, onderaan de trap, wakker was geworden van het geluid van de deurbel. En zij vertelde mij dat zij blijkbaar van de trap was gevallen, maar dat zij zich dat totaal niet kon herinneren. Door de aanwezigheid van de vele blauwe plekken op haar lichaam, hoefde aan die toedracht echter totaal niet te worden getwijfeld. "Maar hoe kwam het toch?", vroeg ik mij nog lang daarna af "dat ik er die nacht zo van overtuigd was geweest dat zij werkelijk van de trap naar beneden was gevallen. Was dit een duidelijke manisfestatie van het onbewuste weten, waarvan wel vaker wordt verhaald?" Gelukkig voor mij, was er die nacht dus werkelijk wel iets met haar aan de hand geweest. Want anders had ik zo vroeg in de ochtend behoorlijk voor schut gestaan. En misschien was ik toen door haar zelfs van huisvredebreuk beticht geworden, door zo vroeg in de ochtend bij haar aan te gaan bellen.