KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Een sneeuwstorm

De winterse dag van 13 februari 1979 ving aan met regenachtig weer. Niks aan de hand zou men zeggen, dat is in Nederland een heel normaal weerbeeld, maar later op de dag ging die regen over in ijzel. En ja, door ijzel wordt het nu eenmaal glad op de weg. En dat is dan erg vervelend voor de mensen die voor hun werk gebruik moeten maken van een auto. Want zolang de autowielen rollen, is er niets aan de hand, maar als die wielen eenmaal over de weg beginnen te glijden, wordt de situatie voor eventuele inzittenden van de auto gevaarlijk. De jongeman, die in zijn eentje in de auto zat, was gelukkig bijtijds klaar met zijn werk. Die dag hoefde hij verder niet meer met zijn auto op pad. Voor hem was het gevaar voorlopig wel geweken.

Maar ja, de volgende dag moest hij wél weer op pad. Hij moest ook dán zowel letterlijk als figuurlijk de boer op om zijn werk te gaan doen. Als inseminator moest hij vrijwel dagelijks bij een dertigtal veehouders langs om bij enkele van hun koeien een beetje sperma, via de vagina, de baarmoeder in te gaan werken. Het was geen zwaar karwei, dat beslist niet! Maar het was wel van groot belang voor zijn klanten, de betreffende veehouders, dat hij dat werk op de juiste tijd en op de juiste wijze voor hun uitvoerde. Als de koeien van die veehouders immers niet zouden worden bevrucht, dan zou zouden zij na verloop van tijd ook (vrijwel) geen melk meer produceren. En dan zouden die veehouders ook (vrijwel) geen inkomsten meer weten te genereren. Natuurlijk: die veehouders konden hun koeien ook wel met een natuurlijk dekkende stier kunnen proberen te bevruchten. Maar die werkwijze was om zeer begrijpelijke redenen niet erg wenselijk. Als inseminator moest hij dus 'ijs en weder dienende', iedere dag dat hij in functie was, zijn vruchtbare taak zien uit te voeren.

Zo óók de volgende dag! De dag waarop de paden en de wegen met een laagje ijs waren bedekt. Hij kon er niet om heen! De veehouders verwachtten van hem dat hij kwam. Ondanks feit dat het véél te glad was om op de gebruikelijke wijze met de auto te kunnen gaan rijden. Dat had hij wel vaker gedaan onder dat soort omstandigheden. En hij wist dan ook dat het wel min of meer verantwoord was, als hij er maar voor zou zorgen dat hij zo langzaam reed, dat hij niet hoefde bij te gaan remmen. Want als men onder dat soort omstandigheden gaat remmen, wordt de auto tijdelijk even onbestuurbaar. 'Hoe langzamer hij dan ook zou gaan rijden', wist hij, 'hoe minder vaak en hoe minder krachtig hij zou hoeven remmen'. Maar het kan morgen ook wel eens wat gaan sneeuwen, hoorde hij even later van een Friese plaatsgenoot. 'En as dat bart, dan giet it ek noch bankjen, zei die plaatsgenoot. 'Want it sil ek stoarmje', zei hij. Dat betekent dus dat het niet alleen zou gaan sneeuwen, maar ook zou gaan 'sneeuwjagen'. Door de harde wind zou de pas gevallen sneeuw dan tot sneeuwruggen gaan opwaaien. De jongeman begreep dat het onder die omstandigheden vrijwel onmogelijk zou worden om zijn werk te gaan doen. Maar ja, hij kon het tegenover de veehouders en tegenover zijn directe werkgever ook niet verantwoorden, om maar meteen te besluiten om zijn werk onder deze omstandigheden maar niet te gaan uitvoeren. Hij moest het in ieder geval wel terdege hebben geprobeerd. Anders zou zijn directe leidingevende, die zich hoog en droog in zijn verwarmde kantoorruimte bevond, niet geloven dat het werkelijk niet mogelijk zou zijn om zijn klanten te gaan bereiken.

Hij besloot dus om het de volgende dag toch maar te gaan proberen. Wel nam hij de nodige extra kleren mee, plus een warme deken. En natuurlijk de nodige proviand en een thermoskan met koffie. Want als hij ergens op het weidse Friese platteland zou blijven steken, dan moest hij de levensomstandigheden voor zichzelf wel veilig genoeg zien te maken. Hulp zou dan wel heel lang op zich kunnen laten wachten. Zelfs al zou hij het nog wel voorelkaar kunnen krijgen om een huis, of een boerderij te bereiken, om daar via de telefoon om hulp te gaan vragen.

Toen hij de volgende ochtend van huis vertrok bleken de omstandigheden op de weg nog wel mee te vallen, de sneeuwbanken waren niet al te hoog. En de opgewaaide sneeuw was zo weinig compact dat zijn auto geen enkele moeite had om er doorheen te rijden. Even later, toen hij goed en wel op de weg (een slaperdijk) was aangekomen, die naar één van zijn klanten leidde, werd de situatie reeds zo slecht dat het hem niet verantwoord leek om verder door te gaan rijden. De veehouders aan die weg moest hij tot zijn spijt gaan overslaan. De weg naar een andere veehouder leek hem geen problemen op te gaan leveren. Al waren de ruiten van zijn auto ondertussen zo zwaar beijzeld geraakt, dat hij het allemaal niet zo goed meer kon zien. Toen hij uitstapte om het buiten zijn auto even goed te gaan bekijken, leverde ook dat geen oplossing op. Want de weersomstandigheden waren ondertussen zo slecht geworden, dat hij ook vrijwel niets in de verte kon waarnemen. Maar goed, hij kon toch moeilijk zijn auto daar op dat smalle weggetje achterlaten. Dat zou eventuele andere weggebruikers ook in gevaar kunnen gaan brengen. Dus reed hij toch maar door, zo goed en zo kwaad het kon. Hij kende de weg zeer goed, dus hij zou niet zo gauw voor een onverwachte bocht in de weg komen te staan. Toen hij bijna bij de boerderijen van twee van zijn klanten was aangekomen, bleef zijn auto steken in een sneeuwbank die tot aan de dakgoot van de naastgelegen boerderij reikte. Hij kon niet meer vooruit, noch achteruit met zijn auto. Eerst maar eens bij deze klant naar binnen gaan', dacht hij. 'Hij deed de alarmlichten van zijn auto aan en vervolgens ging hij de koeien van de betreffende veehouder van het nodige sperma voorzien. Dat gaf hem voorlopig een goed gevoel. De betreffende veehouder was daar bijzonder tevreden over en deze besloot de auto van de jongeman te helpen uitgraven. Al gauw bleek dit onbegonnen werk te zijn. De sneeuwbank was te groot om even simpel weg te gaan scheppen. De veehouder ging toen zijn stal weer in, hij moest zich hoognodig weer met zijn eigen werk gaan bezig houden. Dat kon op dat moment ook niet langer wachten. Bovendien: het was ijzig koud en daar was hij in het geheel niet op gekleed geweest. De jongeman probeerde ondertussen een oplossing te bedenken voor zijn probleem. De enige mogelijkheid om zijn auto weer uit die sneeuwhoop vandaan te krijgen, was door achteruit te gaan rijden. En ja, dat lukte uiteindelijk wel , na eerst heel wat sneeuw te hebben weggeschept! Maar toen dat eenmaal was gelukt, moest de auto nog wel worden omgedraaid. Want ver achteruit rijden was onder die omstandigheden gewoon niet mogelijk. Door de achterruit zag hij, vanwege de ijzel, niets meer. En door de regen, die nu als ijsregen neerviel, was het zicht op de weg ook allerbelabberst. Het omdraaien van een stilstaande auto zou normaal een onbegonnen zaak zijn, maar nu met dat gladde wegdek leek dat wel enigszins te kunnen gaan lukken. De jongeman sjorde daar vervolgens in de ijzige kou net zo lang aan de auto tot deze weer enigszins met de neus de andere kant op stond. Nu kon hij weer in de auto gaan rijden. De wielen van de auto kregen echter onvoldoende grip op het gladde wegdek. Dus stapte hij half uit de auto, om met zijn linkerbeen de auto over het dode punt heen te krijgen. Ook dat lukte uiteindelijk goed. Maar de jongeman moest toen nog wel weer even geheel in de auto zien te komen. Dat was een zeer gevaarlijke manoeuvre, omdat de auto ondertussen echt begon te rijden. De inseminator voelde ondertussen een vreemde pijn in zijn borstkas. Het aantal problemen groeide hem nu duidelijk over de schoenen. Dus besloot hij maar eieren voor zijn geld te gaan kiezen, door huiswaarts te gaan keren. De weg terug naar huis was leverde hem geen extra problemen meer op. Maar hij voelde zich ondertussen niet helemaal op zijn gemak. Want hij liet uiteindelijk met zijn besluit, om het bijltje er bij neer te goooien, de veehouders (die op zijn service wachtten) wel in de steek. De koeien van die betreffende veehouders, die nu niet konden worden bevrucht, moesten nu drie weken wachten voordat er zich weer een nieuwe kans op bevruchting zou voordoen. Thuisgekomen belde hij meteen zijn werkgever op om hem het één en ander uit te gaan leggen. Ondertussen was hem duidelijk geworden, dat de pijn in zijn borstkas met zijn ribben had te maken. Door het sleuren aan de auto, waren enkele ribben van hem gekneusd geraakt. Goed, dat was voor hem de druppel die de emmer deed overlopen. Hij kon onder die omstandigheden geen inseminaties meer uitvoeren. Ook niet bij die veehouders die hem opbelden met het voorstel om hem met hun tractor te kunnen gaan ophalen. Jammer, dat was immers voor die veehouders wel een oplossing geweest. Alhoewel dat met die ijzig koude wind niet echt een pretje zou zijn geweest.

Kortom: teit.