KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Slavenhouden

Als wij Nederlanders het hebben over 'het houden van slaven', bedoelen wij met deze uitdrukking meestal niet dat wij slaven beminnen, hoewel dat feitelijk wel zou kunnen. Want waarom zou men slaven niet kunnen beminnen? Dat is op zich niet verkeerd. Tenminste zolang daar geen enkele vorm van dwang aan te pas komt. En wij bedoelen met die uitdrukking ook niet dat wij slaven wel lusten. De gedachte daaraan is té absurd voor woorden. Nee, wat wij wel met die uitdrukking bedoelen aan te geven, is het voor eigen voordeel gebruik maken en huisvesten van mensen, zonder dat die mensen daarvoor worden beloond en zonder dat die mensen tegelijkertijd over hun eigen leven mogen beschikken. Een situatie die enigszins overeenkomt met het houden van koeien en/of het houden van kippen. Dit soort onvrije mensen, die bekend staan als 'slaven', worden ook wel betiteld als horigen, of als lijfeigenen.

De situatie waarbij het bestaan van slavernij slechts als een West-Europees kwaad wordt gezien, zoals ons dat in Nederland vroeger op school altijd werd vóórgespiegeld, blijkt bij nadere bestudering van dit gegeven flagrant onjuist te zijn. Want slavernij blijkt in de loop van de geschiedenis een bijna wereldwijd gebeuren te zijn geweest. En ze heeft zich beslist niet alleen tot de middeleeuwen beperkt. Het is een gebeuren geweest, wat zich bijna ten alle tijde lijkt te hebben voorgedaan. En ze was van een afschuwelijke omvang. De handel in slaven werd zelfs zo normaal gevonden, dat onze huidige handel in gebruiksvee er nog het beste mee kan worden vergeleken. De levensomstandigheden van vele slaven waren zelfs zonder meer mensonterend. Daar komt bij dat het voedsel waarover zij de beschikking kregen, vaak ook nog van miserabele kwaliteit was. En de ziekten waaraan zij kwamen te lijden waren voor de slaven ook dermate belastend, dat vele slaven daaraan al gauw bezweken. 'Hoe konden mensen het toch over hun hart verkrijgen om andere mensen dit lot te doen ondergaan?', denkt men algauw wanneer men hierover leest. 'Wat waren het voor mensen die andere mensen dit vreselijk lot lieten ondergaan?', zou men zeggen.

Als antwoord op die vraag kan men stellen dat er hoogstwaarschijnlijk niets bijzonders aan de hand was met de mensen die andere mensen aanzetten tot slavernij. Deze mensen schikten zich waarschijnlijk heel gewoon in de teneur van die tijd om dit als gewoon te beschouwen. Het houden van slaven was al lange tijd zó gewoon, dat waarschijnlijk weinig mensen zich nog afvroegen of dit wel zo'n wenselijke situatie was. Het stellen van ethische vragen op dit gebied was toen over het algemeen 'een ver van mijn bed show'. Het personeel wat aan boord van de slavenschepen was aangemonsterd, deed over het algemeen gewoon wat hen door hun directe leiding werd opgedragen. 'En de kapitein dan?', zult u zich afvragen, 'de kapitein deed over het algemeen ook gewoon datgene wat door de reder aan hem werd opgedragen. Wat kon hij anders doen?'

'Maar de volkstammen dan waaruit de mensen werden weggehaald, die tot slaaf zouden worden gemaakt? Waarom kwamen die volkstammen dan niet in opstand tegen de slavenhandelaars?' Ja, dat is een vraag die heel erg voor de hand ligt voor mensen die 'het hele plaatje kunnen overzien'. Maar als die slavenhandelaars allerlei onjuiste toekomstbeelden aan de mensen van die volkstammen vóórspiegelden, kan men zich gemakkelijk voorstellen dat die slavenhandelaars genoeg mensen voor hun project ter beschikking kregen. Mensen laten zich nu eenmaal vrij gemakkelijk overtuigen van de vermeende goede bedoelingen van iemand anders. Ook als die goede bedoelingen gebaseerd zijn op verzinsels. Tegenwoordig zien wij dat veel mensen in ontwikkelingslanden gemakkelijk 'haard en huis' en zelfs hun land verlaten en zich naar de meest vreemde andere landen laten leiden door onjuiste vóórspiegelingen over de omstandigheden in andere leefgebieden. Dus hoe moeilijk kon het zijn voor mensen uit eigen geledingen om 'personeel' voor de schitterend ogende grote schepen van de slavenhandelaars te verkrijgen?'

Om de situatie wat betreft de 'koehandel' in slaven enigszins duidelijk te maken, moet men zich ondermeer gaan realiseren dat er rond het jaar 1000 reeds een omvangrijke en permanente vraag naar slaven bestond in ondermeer de plaatsen Istanboel, Bagdad en Caïro. Dit leidde tot onvrijwillige verhuizing van miljoenen mensen uit Afrika, Oost-Europa en Centraal-Azië. En dit vond reeds honderden jaren voorafgaande aan de trans-Atlantische slavenhandel plaats. Slaven waren ook een belangrijk Scandinavisch exportartikel. De Noormannen uit de huidige Scandinavische landen, hadden in die tijd reeds een levendige handel opgezet met de mensen in het uiterste noorden van Amerika, lang voordat Christoffel Columbus dat land heet te hebben 'ontdekt'. En het was hun toen maar al te goed bekend hoeveel winst er met de slavenhandel te behalen viel. Slaven werden ook door de oude volkeren vanuit Scandinavivië naar Oost-Europa vervoerd. Van het volk van De Roes, waaraan Rusland zijn benaming heeft te danken, is bekend dat ook zij slaven verhandelden. Uit Afrika waren in latere tijd veel slaven afkomstig, maar de traditie om de eigen mensen te verhandelen was daarvoor in Afrika al lange tijd ingeburgerd. Afrikanen speelden zelfs een sleutelrol in de almaar toenemende handel tussen Afrika en de de islamitische wereld. Niet alleen in het verhandelen van allerhande gebruiksgoederen, maar ook in het verhandelen van slaven. Afrika was overigens lang niet het enige land waar de slaven vandaan werden gehaald. Ook uit Oost-Europa en Centraal-Azië kwamen heel veel slaven vandaan. Het Balkan-volk, uit de Midden-Europese gebieden, was een dergelijke grote leverancier van mensen uit deze Slavische gebieden, dat het woord "slaaf' daar zelfs van afstamt. Voor alle duidelijkheid mag worden vermeld dat de Slavische volkeren de Indo-Europese volkeren omvatten.

Hoe immens groot het aantal verhandelde slaven al voor de trans-Atlantische handel reeds was, wordt duidelijk als men verneemt dat de Portugezen tussen het jaar 1450 en het jaar 1500 tachtigduizend slaven uit Afrika wegvoerden. En dat dat aantal tussen 1500 en 1600 zelfs gestegen was tot 337.000. Naast Oost-Europa en Afrika was ook Centraal-Azië een zeer groot brongebied voor de slavenhandel. Namelijk voor slaven die de islamitische wereld als eindbestemming hadden. De inkomsten uit de slavenhandel maakten de Samaniden (een Perzische dynastie die van 819-999 heerste in Centraal-Azië) zo rijk dat er een dergelijk groot tekort aan zilver ontstond dat deze het hele continent omvatte. Zilver werd gebruikt voor het slaan van de zilveren munten, die voor betaling van de slaven dienden. Op de eilanden in de Indische Oceaan was er ook al handel in slaven ontstaan. Zelfs daar! Het bevaren van die grote oceaan was voor de slavenhandel toen blijkbaar al geen beletsel. Ook in China werd gebruik gemaakt van de arbeidsinzet van slaven, hoewel dat in China geen groot succes is geworden. Om de simpele reden namelijk dat de slaven niet goed konden wennen aan het Chinese voedingspatroon, wat voor een groot gedeelte op rauw voedsel was gebaseerd. Ook de Chinese taal zal daarbij wel van een remmende invloed zijn geweest. Want het zal voor de slavenhandelaars wel bijzonder moeilijk zijn geweest om hun bedoelingen voldoende duidelijk kenbaar te maken aan de Chinezen.

N.B. Voor algemene kennisgeving: het streven om te komen tot afschaffing van de slavenhouderij, staat alom bekend als 'het abolitionisme'.