KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Het tot voor kort zo ónvermoede intelligente vermogen van planten

Ervaren de planten, net als de mensen en de dieren, bij tijd en wijle een gevoel van pijn? Bijvoorbeeld als ze door een dier worden opgegeten? Of wanneer zij door de mens worden omgemaaid? Men mag hopen van niet! Een veehouder die met zijn cyclomaaier het land in gaat om het gras te gaan maaien, zou heel veel leed onder het gras in het weiland teweeg kunnen gaan brengen, als het gras werkelijk pijn zou kunnen voelen. De vraag of planten pijn kunnen ervaren, moet duidelijk met "nee" worden beantwoord. Want daarvoor zouden zij, net als de mensen en de dieren over een zenuwstelsel moeten beschikken. En dat is duidelijk niet het geval! Gelukkig maar! Want anders zouden wij ons als mensen in hoge mate schuldig kunnen gaan voelen aan het leed wat wij tijdens ons leven op de aarde zo allemaal aan het plantenleven berokkenen. Net als de dieren voeden wij mensen ons in de loop van ons leven immers ook met een grote hoeveelheid en een grote diversiteit aan planten.

Maar waarom hebben planten dan niet het vermogen gekregen om pijn te ervaren. Waarom is het ervaren van pijn voor planten niet in gelijke mate van nut als het is voor de andere levende wezens die in de natuur existeren. Het antwoord daarop is heel eenvoudig te geven. Planten kunnen immers niets doen met de eventuele pijn die zij gewaar zouden kunnen gaan worden. Dit in grote tegenstelling tot mensen en dieren. Deze laatste organismen zijn immers niet vast verbonden met de grond waarop ze zich bevinden. Mensen en dieren kunnen vaak eenvoudig wegvluchten van de oorzaak van de pijn die zij op zeker moment gewaar worden. Maar betekent dat dan, dat het de planten in het geheel niet hindert dat zij worden opgegeten? Of dat zij worden omgemaaid? Ja, zeker wel! Want ook planten streven er naar, net als de andere organismen op aarde, om zo lang mogelijk in leven te kunnen blijven. De hele natuur van planten is er normaliter op gericht om dit te kunnen gaan realiseren. En om zich verder over hun leefgebied te verspreiden. Planten doen net als de mensen en de dieren erg hun best om te groeien en om hun zaad over de wereld uit te storten. Of om hun aanwezigheid in het betreffende leefgebied op andere wijze uit te gaan breiden.

Nu is het niet zo dat planten als eenlingen in hun territorium existeren. Planten kunnen zichzelf weliswaar niet verplaatsen, maar planten zijn wel degelijk en effectief in staat tot samenwerking met de andere planten in hun omgeving. Dat doen zij voornamelijk door hun wortelstelsel. De communicatie van planten onderling vindt dus voor een groot gedeelte plaats via hun uitgebreide wortelstelsel in de aarde waarin zij opgroeien. De vraag kan nu gesteld worden in hoeverre planten kunnen ingrijpen in de omstandigheden waarin zij groeien? In hoeverre zij dus kunnen reageren op de wisselende omstandigheden die zij in hun milieu tegenkomen. Zijn planten machteloos opgeofferd aan de omstandigheden waarin zij opgroeien? En zijn zij dus slaafs afhankelijk van de condities die zich in hun omgeving voordoen? Of zijn planten in staat om ter verbetering van de omstandigheden waarin zij opgroeien, in te gaan grijpen? Hebben planten überhaupt wel in de gaten dat zij op zeker moment worden opgegeten? En kunnen zij dat aan elkaar laten weten? En vervolgens: zijn zij in staat om daar actief op te reageren? Of moeten zij slechts afwachten in hoeverre het lot hun gunstig gezind is ?

Het blijkt dat planten, ondanks het feit dat zij geen pijn kunnen voelen, wel signalen naar elkaar over kunnen zenden. En dat zij verder net als mensen en dieren kunnen slapen en zelfs dat zij net als die levende organismen kunnen zien. En het blijkt dat de verschillende delen van planten contact met elkaar kunnen gaan maken, ondanks het feit dat zij geen echte zenuwen hebben. En verder blijken planten ook middelen te hebben om zich tegen een aanval te kunnen verdedigen. Planten blijken zelfs op aanrakingen te reageren, net als op veranderingen in de temperatuur en veranderingen in de zwaartekracht. Ook zijn planten, net als de mensen en de dieren, in staat om bepaalde zaken te leren en/of te onthouden.

Het doorgeven van de signalen geschiedt in het plantenleven niet door middel van zenuwencellen, maar door middel van de signaalstof 'glutamaat'. Dit is een stof die ook bij mens en dier als zodanig wordt gebruikt. Glutamaat is het zuurrestion van het aminozuur glutaminezuur en ze functioneert in feite als neurotransmitter. Glutamaat heeft bij zowel mensen als dieren namelijk een exciterende uitwerking. Het doorvoeren van de signalen vindt daartoe plaats via zogenaamde ionkanalen. Deze ionkanalen reageren op elektrische; mechanische en/of chemische signalen. Hetzij door te openen hetzij door te sluiten. Glutamaat is een stof die bij de bereiding van voedsel tegenwoordig helaas veelvuldig wordt gebruikt. Namelijk in de vorm van mononatriumglutamaat (E 621)! Dit is een stof die dient als smaakversterker van voedsel. Maar de toevoeging van deze stof aan ons voedsel wordt lang niet door iedereen positief gewaardeerd. Mononatriumglutamaat kan namelijk een vervelend zoute smaak aan ons voedsel geven. Voor het doorgeven van signalen wordt door planten ook gebruik gemaakt van feromonen. Deze voor mensen moeilijk te traceren geurstoffen spelen een grote rol in de communicatie van planten onderling. En ook in de communicatie van de planten met bepaalde dieren, zoals met de insecten. Die onderlinge communicatie van de planten met feromonen, vindt niet via de ionkanalen van de plant plaats, maar via de lucht. Net zoals dat bij de dieren onderling plaatsvindt.

Voor de centrale opslag en coördinatie van al de signalen, die vanuit de verschillende cellen worden verzonden, hebben planten niet de beschikking over een, in een kop gelegen, brein. Zoals bij zowel de mensen als bij de dieren wel het geval is. Maar zij hebben wel een uitgebreid wortelstelsel. En het is dan ook voor de hand liggend dat juist dat wortelstelsel de functie van het brein bij de mensen en de dieren inneemt. Vrijwel alle planten leven in de grond ook nog eens samen met schimmels. Zonder die schimmels zouden planten zelfs niet kunnen overléven. Schimmels vormen netwerken van draden onder de grond, met behulp waarvan planten effectief voedingstoffen op kunnen nemen en met elkaar kunnen communiceren. Het betreft hier de zogenaamde mycorrhizaschimmels. Die schimmels zijn voor hun voortleven op zich weer afhankelijk van het wortelstelsel van de planten. Noch de schimmel, noch de plant kunnen in de natuur afzonderlijk van elkaar overleven. Planten leven dus in symbiose samen met de schimmels die in de aarde vóórkomen.

Uit dit alles blijkt dat planten qua intelligent vermogen niet veel onderdoen voor de dieren. En misschien zelfs ook niet voor de mensen. De mens is immers in feite ook een diersoort. Weliswaar een zeer bijzondere diersoort, met wel zeer speciale intellectuele vermogens, maar misschien zouden de planten en de dieren óók wel zo over zichzelf denken, als zij tenminste ook nog eens over dat zeer speciale denkvermogen van de mens zouden beschikken.