KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Oneindigheid

Het was geen verhaaltje; geen verzinsel en ook geen ware belevenis, maar iets waar ik zelf over na had zitten denken. Ik bracht mijn jongste zoon naar bed en ik had geen leuk verhaaltje wat ik aan hem kon voorlezen. Dat gebeurde wel vaker en dan verzon ik wel gewoon een verhaaltje, zoals veel ouders op zo'n belangrijk moment in het leven van jonge kinderen ongetwijfeld doen. Mijn zoontje was om en nabij 5 jaar oud. En ik verzon een verhaaltje over een ruimtereis van een jongetje in een raket. Tijdens dat verhaaltje vertelde ik hem dat volgens de huidige inzichten aan de ruimte geen einde lijkt te komen. 'Als die jongen niet terug zou keren, zou hij dan ook eindeloos door kunnen gaan reizen', zei ik hem. 'Er komt dan geen einde aan zijn reis'. Hij luisterde zeer aandachtig naar mij. En toen ik hem zei dat hij nu moest gaan slapen, lag hij nog diep na te denken over hetgeen ik hem had verteld. Daarna verliet ik zijn kamer. Wekenlang daarna had ik iedere avond opnieuw een beetje spijt over wat ik hem had verteld, want iedere keer als ik hem daarna 's avonds naar bed bracht, wilde hij weten hoe het toch kon. Hoe er toch in hemelsnaam oneindigheid in de ruimte kon bestaan. Ja....., en daar sta je dan als vader van je kind; een vader die zijn kind geen goed antwoord weet te geven. En dan verzin je uiteindelijk maar iets van een antwoord. Want je wilt je kind toch niet met een al te confronterend raadsel achterlaten. Maar mijn verzonnen antwoord bevredigde hem blijkbaar niet, want iedere avond kwam hij opnieuw met hetzelfde vraagstuk aanzetten. Het zat mij niet lekker dat ik hem niet een beter antwoord kon geven. En ik dacht er over na. En toen....., ineens had ik een antwoord waar ik zelf in ieder geval meer geloof in hechtte. Ik zei toen tegen hem: 'Stel je voor dat je een lieveheersbeestje bent en dat je alleen maar kunt zien wat er naast je is, of wat voor je is, of wat er achter je is. En dat je dus niet in de hoogte, noch in de diepte kunt zien. En stel je voor dat je dan op een ronddraaiende bal loopt. Dan zul je ervaren dat je steeds maar door kunt gaan lopen. Er komt dan, voor jouw gevoel, geen einde aan je reis......Maar in werkelijkheid klopt dat dan niet, want je komt dan regelmatig weer op oppervlaktes van die bal terecht waar je al eerder bent geweest. Het bestaan van oneindigheid is dan voor jou, als lieveheersbeestje een illusie. In feite klopt de werkelijkheid dan niet met wat je ervaart'. 'En weet je hoe dat komt?', vroeg ik hem vervolgens. 'Dat komt omdat je niet kunt zien dat die bal, waarop je loopt, ronddraait. Want je kunt immers niet in de diepte, noch in de hoogte zien. Je mist een dimensie van de ruimte. En je kunt dan ook niet merken dat de bal ronddraait. Zo is het volgens mij met de ruimte waarin wij leven ook. Wij ervaren de ruimte als oneindig, omdat wij ons niet goed kunnen voorstellen dat er in feite nog minstens één extra ruimtedimensie bestaat. Maar in werkelijkheid is de ruimte wellicht toch werkelijk gewoon eindig'. Ook nu had hij zeer aandachtig geluisterd en ook nu lag hij nog diep na te denken toen ik zijn slaapkamer op zeker moment verliet. Ik realiseerde mij goed dat er op mijn uitleg mogelijk iets viel af te dingen. Maar ik geloofde er zelf wel min of meer in. En misschien kwam het wel juist daardoor. Want na dit antwoord van mij, heeft mijn jongste zoon het nooit weer over dit probleem gehad. En ik bracht hem nu vervolgens weer met minder eigen onderzekerheid naar zijn bedje toe.