KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Interpretatieproblemen

Wat moet iemand wel niet denken, die slechts op de hoogte wordt gebracht van het hierna vermelde fragment van een nieuwsbericht? 'De man is tijdens zijn langdurende bezigheden met de barbecue van de buren, grotendeels verbrand'.

Want is die man dan, door een noodlottig voorval met de barbecue, op een afschuwelijke wijze om het leven gekomen? Of heeft die man dan, door zijn fanatieke inzet bij het bereiden van het barbecuevlees, te weinig aandacht geschonken aan de invloed van de felle zonneschijn op zijn nog veel te blanke huid? Uit de informatie in het hierboven aangehaalde nieuwsbericht kan men wat dat betreft niet zondermeer een eenduidige conclusie trekken. De mogelijke betekenis van een dergelijke zin is dan ambigu, want die zin kan duidelijk op meer dan één wijze worden begrepen. In een dergelijk geval moet men in feite meer informatie hebben over de omstandigheden waarop in een dergelijke zin wordt verwezen, om de juiste conclusie over haar interpretatie te kunnen trekken. Bij het doorgronden van de juiste duiding van deze zin doet zich dus een interpretatieprobleem voor.

Een dergelijk interpretatieprobleem doet zich eveneens voor bij een man die zegt dat hij tijdens zijn fietstocht door de straffe wind erg 'verbrand' is geraakt. Want bedoelt die man dan te zeggen dat hij door de inwerking van de zon erg 'verbrand' is geraakt, of meent hij werkelijk te zeggen dat het in dit geval mede werd veroorzaakt door de invloed van de wind? Hoe gek het ook mag klinken, maar in dit geval is het niet direct duidelijk wat zo'n man dan bedoelt te zeggen. Voor iemand die cognitief voldoende is onderlegd, is het duidelijk dat het om de invloed van het zonlicht moet gaan. Maar toch! Er zijn, gek genoeg, betrekkelijk veel mensen die ervan overtuigd zijn dat de wind (en dan met name de wat straffe wind) er aan bijdraagt dat men snel 'verbrandt'. Dit komt omdat zij de ervaring hebben opgedaan dat zij betrekkelijk snel 'verbranden' onder weersomstandigheden die zich kenmerken door veel zonneschijn in combinatie met een straffe wind. Toch is, en blijft, het een buitenissig denkbeeld dat men buitenshuis bij zonnig zomerweer door de invloed van de wind sneller zou kunnen 'verbranden'. De betreffende persoon die dit denkbeeld naar voren bracht, is er echter naar alle waarschijnlijkheid wél van overtuigd geweest dat de straffe wind er werkelijk toe heeft bijgedragen dat hij zo snel 'verbrand' was geraakt. De interpretatie dat deze man dat dan ook heeft bedoeld, is dan ook naar alle waarschijnlijkheid juist. Dat neemt niet weg dat dit gegeven op zich fout is. Want je 'verbrandt' nu eenmaal niet vlugger door de wind. Wat er in die situatie wel aan de hand is, is het feit dat men bij winderige omstandigheden minder snel merkt dat men 'aan het verbranden' is. Dat komt omdat de wind dan voor enige verkoeling van de huid zorgt. En door die verkoeling heeft men dan veel minder gauw in de gaten dat men 'verbrandt'. En daardoor zal men ook veel minder snel geneigd zijn om zich aan de invloed van de zonnestraling te onttrekken. Een factor die wat dat betreft ook een rol kan spelen, is de invloed van weerkaatsing van zonlicht. Op het strand, vlakbij zee, is die invloed betrekkelijk groot. Want zowel water als zand weerkaatsen de zonnestraling relatief goed. Veel meer dan gras dat doet. Dat is meteen ook voor een belangrijk deel de achtergrond van de ervaring van mensen dat zij aan het strand sneller 'verbranden' dan op het gazon in hun achtertuin het geval is. Vlak bij zee zal er overigens ook vrijwel altijd een steviger bries blijken te zijn dan landinwaarts het geval is. Dus zal men bij een verblijf vlak bij zee door die factor normaliter ook nog eens minder gauw in de gaten hebben dat de UV-straling van de zon bezig is om in aanzienlijke mate in de eigen huidcellen binnen te gaan dringen.

Een ander interpretatieprobleem doet zich voor wanneer iemand na een lange fietstocht door één van de noordelijke provincies van Nederland, daar de volgende bewering lanceert: 'hier in het noorden van Nederland waait het altijd'. Die bewering levert eveneens een interpretatieprobleem op, omdat het niet meteen duidelijk is of die persoon dan slechts bedoelt te zeggen dat hij de ervaring heeft dat hij, tijdens zijn fietstochten door Nederland, in de noordelijke provincies vaker last heeft van de wind dan dit het geval is in sommige zuidelijke provincies van Nederland. Of dat die persoon werkelijk de mening is toegedaan dat het in de noordelijke provincies van Nederland altijd waait. De kans is groot dat dit laatste feit juist is, omdat zijn ervaring slechts op een zeer beperkt aantal fietstochten door Noord-Nederland zal zijn gebaseerd. Stel bijvoorbeeld dat die persoon als inwoner van één van de provincies in het zuidoosten van Nederland, in zijn leven in totaal een vijftal fietstochten door één van de noordelijke provincies van Nederland heeft gemaakt. Dan is dat al reeds een aantal waar menige ervaren fietstoerist van die contreien niet aan toekomt. En stel dat het op al die vijf dagen minstens een beetje heeft gewaaid, dan zal die bepaalde persoon bijna onontkoombaar de mening kunnen zijn toegedaan dat het er altijd waait. Dit terwijl in feite ook de mensen die in het noorden van Nederland wonen ieder jaar opnieuw weer een aantal dagen blijken mee te maken waarop het geheel windstil is.

Wat de invloed van zonnestraling betreft, loopt men ook wel eens tegen de bewering van iemand aan dat men sneller zou verbranden in de omstandigheid dat de zonnewarmte hoger is dan anders het geval is. Heeft men ook dán te maken met een interpretatieprobleem? Nee, in dat geval waarschijnlijk niet. Want in dat geval bedoelt die persoon dan waarschijnlijk werkelijk dat dat zo is. Want het ligt in de menselijke natuur om te denken dat de sterkte van de zonnewarmte die men op de eigen huid waarneemt, rechtstreeks gecorreleerd is aan de mate waarin men onder invloed staat van de UV-straling van de zon. Het veronderstelde verband lijkt waar te zijn, omdat het zo logisch lijkt te zijn, maar dat betekent beslist niet dat het klopt. De mate waarin er zich UV-straling voordoet, is namelijk afhankelijk van onder anderen de stand van de zon aan de hemel; de mate waarin er zich bewolking aan de hemel voordoet; de dikte van de ozonlaag; de hoeveelheid vocht die er op die plaats in de atmosfeer van de aarde vóórkomt en de hoeveelheid stof die er zich op die plaats in de atmosfeer voordoet. En zij is dus niet afhankelijk van de hoeveelheid zonnewarmte waaraan mensen zijn blootgesteld. Hoewel de bewering van de betreffende persoon dus niet waar is, is de interpretatie van hetgeen deze persoon zegt wél juist. Kortom, een onjuiste bewering kan wél juist worden geïnterpreteerd.