KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Het stochastischproces

Als een man en een vrouw, die binnen hun relatie kinderen hebben gekregen, een aantal keren achtereen een dochter het levenslicht hebben doen zien, dan zullen die man en die vrouw er doorgaans van overtuigd zijn dat een volgende zwangerschap hen een zoon zal doen opleveren. En andersom: als een man en een vrouw een aantal keren achtereen een zoon het levenslicht hebben doen zien, dan zullen ook die man en die vrouw er doorgaans om overeenkomende redenen van overtuigd zijn dat een volgende zwangerschap hen een dochter zal doen opleveren. Maar dat is dan in beide gevallen wel een grote misvatting. Immers er is in beide gevallen niets wat de normale kans op het krijgen van een dochter of een zoon zou kunnen gaan beïnvloeden. Vanuit de zich voordoende situatie dat er reeds een aantal dochters (dan wel een aantal zoons) binnen een relatie geboren is, doet zich geen invloed kennen welke die wanverhouding zal gaan rechtzetten. Dat neemt niet weg dat er binnen de wat grotere gezinnen wel meer kans is dat er een evenredige hoeveelheid kinderen van de beide geslachten aanwezig zal blijken te zijn. Maar dat stemt volledig overeen met de stochastische wetten betreffende de opeenvolging van toevallige uitkomsten.

Het proces wat door de stochastische wetten wordt gereguleerd, staat bekend als het stochastische proces. En het omhelst datgene wat bekend staat als de gokkersmisvatting. Dat is de misvatting dat er tussen toevallige, onafhankelijk van elkaar plaatsvindende gebeurtenissen een zekere afhankelijkheid bestaat. En wel zo dat een gebeurtenis die in het verleden minder vaak is opgetreden dan verwacht mocht worden, in de nabije toekomst vaker gaan zal optreden. En andersom dat een gebeurtenis die in het verleden vaker is opgetreden dan verwacht mocht worden, in de nabije toekomst minder vaak zal gaan optreden. Bij het tossen veronderstelt de gokker bijvoorbeeld dat de kans op het gooien van 'munt', toeneemt wanneer een aantal keren achter elkaar 'kop' wordt gegooid. Dat is duidelijk een misvatting, omdat bij het tossen iedere keer opnieuw de kans op het gooien van 'munt', ofwel op het gooien van 'kop' even groot is. Er is geen enkele samenhang tussen een bepaalde uitkomst bij het opwerpen van de toss en de uitkomsten van de eerdere malen dat de toss werd opgeworpen.

Maar hoe vaker men achterelkaar de toss gaat opgooien, hoe groter wel de kans is dat er zich een evenwichtsituatie zal voordoen tussen het aantal keren dat men 'munt' zal gaan opgooien en het aantal keren dat men 'kop' zal gaan opgooien. Dat is ook de reden dat de geslachtsverdeling binnen grote gezinnen over het algemeen veel evenwichtiger is dan binnen kleine gezinnen.

De gokkersmisvatting staat in het Engelse taalgebied bekend als 'the gambler's fallacy'. Deze gokkersfout ontstaat doordat wij als mensen de informatie, die op zeker moment achterelkaar binnenkomt, op één en dezelfde wijze interpreteren. Hierbij wordt bij voortduring op onwillekeurige wijze ook meer gewicht toegekend aan bepaalde zaken, al naar gelang die zaken meer en meer recent hebben plaatsgevonden. Naarmate de betreffende gebeurtenissen recenter hebben plaatsgevonden raken wij als mensen dus sterker bevooroordeeld. Dit verschijnsel wordt 'recency bias' genoemd. Dit is een zeer opvallend versimpelingsmechanisme van het brein. Net als de hiervoor gememoreerde manisfestatie van het fenomeen 'gambler's fallacy'. Als een wederwaardigheid ongelofelijk lijkt, tracht het brein andere eenduidige verklaringen te vinden dan de geijkte, wetenschappelijk onderbouwde, verklaringen.

Onze vooringenomendheid ten aanzien van de verschijnselen die wij waarnemen speelt blijkbaar zo'n grote rol bij het begrijpen van die verschijnselen, dat wij bij de interpretatie van die verschijnselen in feite moeten gaan streven naar een betrouwbare wetenschappelijke benadering. Doen wij dat niet, dan zullen wij ons als mensen veel te vaak blijken te vergissen in onze interpretatie van die verschijnselen. In een democratie heeft ieder volwassen mens invloed op het te voeren beleid. Maar omdat de vooringenomenheid van iedereen zo'n grote rol speelt bij het vormen van meningen, lijkt democratie niet tot het beste beleid te kunnen leiden. Als echter de diversiteit in de interpretatie van de verschijnselen in een maatschappij maar groot genoeg is, zou de grootste gemene deler (ggd) ten aanzien van de interpretatie van de verschijnselen wel tot de meest juiste interpretatie moeten kunnen gaan leiden. Het probleem is evenwel dat de diversiteit in de interpretatie van de verschijnselen in een maatschappij veel minder groot is dan men geneigd zal zijn te denken. Dat komt omdat wij mensen slechts in theorie zoveel verschillende meningen kunnen vormen. In de praktijk valt dat evenwel erg tegen, omdat de meningsvorming van mensen erg wordt beperkt door de eenzijdige invloed van enerzijds het groepproces in de groepen waarin mensen toevalligerwijs verkeren. En anderzijds door de sturende invloed van zeer bepaalde krantenartikelen; zeer nadrukkelijke t.v.-uitzendingen en zeer expliciete content op internet.