KLIK HIER VOOR INFORMATIE
OVER DE SITE

COLUMNS

Over belevenissen en inzichten

CLICK HERE FOR
THE PARENT SITE
and SITE SEARCH


Fouilleren

Omdat ze zich zo enorm had geschaamd, kwam de vraag naar boven in hoeverre er wetten waren overtreden. Ze was vanuit Luxemburg naar een popconcert in Nederland gegaan. Samen met een stel vrienden en vriendinnen. En ze zagen eruit zoals de hippies er in het verleden wel uitzagen. Met z'n vijven reden zij in een oude Opel Kadett. En ze hadden veel plezier! Maar bij de grens met Nederland werden zij door de douane aangehouden. Dat kon men in die tijd verwachten, dat was toen nog normaal gebruikelijk. Niet alle auto's werden aangehouden, maar het uiterlijk van hun was voor de douane blijkbaar aanleiding geweest om juist hen voor controle staande te gaan houden. Want in die tijd waren juist hippies veel met allerhande drugs in de weer. 'En hier had je weer zo'n stel langharig tuig', hadden de douaniers blijkbaar gedacht. 'En zij bleken ook nog een hondje in hun auto te hebben meegenomen'. Die hond had zichzelf, door te blaffen, verraden toen zij de douanepost wilden gaan passeren. En ja, voor honden golden nu eenmaal speciale invoereisen. 'Dit stelletje mensen moest maar eens grondig worden gecontroleerd', hadden de douaniers blijkbaar gedacht. Nee, en voor die hond konden die jongelui niet de juiste papieren tonen. Dus dat leverde hen problemen op.

Het vooroordeel dat zij als hippies wel drugs bij zich zouden hebben, deed deze jongelui óók voor nader onderzoek in aanmerking komen. Eerst werden zij op het douanekantoor naar twee speciale ruimtes gebracht. De jongens gescheiden van de meiden. En in die ruimtes werd toen bij ieder van hen een zogenaamde lijfvisitatie uitgevoerd. Maar zij, het jonge meisje wat hier zo'n grote moeite mee had gehad, had erg geprotesteerd. Want dit zag zij niet zitten, toen bleek dat zij zich in aanwezigheid van de douaniers zou moeten gaan uitkleden. Net als bij de anderen van haar groepje moesten eveneens háár kleren uitgebreid worden onderzocht op de aanwezigheid van drugs. En ook zij werd op zeker moment aan een uitgebreide fouillering blootgesteld. 'Maar je hoeft je onderkleren niet helemaal uit te doen', hadden de eerste meiden die die fouillering hadden ondergaan, reeds tegen haar gezegd. Voor die meiden was dat een grote meevaller, maar zij zelf had wel een vervelend probleem. Want zij had die ochtend een erg oud onderbroekje aangedaan. En in dat onderbroekje zaten flink wat gaten. Dat was dus een erg gênante situatie voor haar. Een geluk bij een ongeluk voor haar was wel, dat de lijfvisitatie door een vriendelijke vrouwelijke douanier zou worden uitgevoerd. Maar ja, dat vodje, dat zij die ochtend in haar haast had aangetrokken, was nu voor haar toch wel een flinke sta in de weg om dit onderzoek zonder al teveel schaamte over zich heen te laten komen. De douaniers waren echter niet te vermurven. Het onderzoek zou beslist moeten plaatsvinden. En wat gebeuren moest, dat ging op zeker moment ook echt gebeuren. 'En daar stond ze dan even later voor de lijfvisitatie tegenover de betreffende douanier. Maar goed, dat dit alles achteraf niet zo lang bleek te duren. Ze had het er al met al bijzonder moeilijk mee gehad.

In haar opluchting dat dit eindelijk voorbij was, en zij weer naar haar vriendengroepje had kunnen terugkeren, vertelde zij hen toen onverbloemd in wat voor gênante situatie zij zich voor het aangezicht van de vrouwelijke douanier had bevonden. En haar vriendinnen leefden erg met haar mee. Maar de jongens, haar vrienden, bleken hier wel opvallend veel schik om te hebben. 'Vreemd dat zij niet goed aanvoelden hoe moeilijk dit voor haar was geweest'. In tegenstelling tot enig begrip, gingen de jongens er toe over om haar met dit voorval te gaan plagen. Beide jongens deden dat! Allebei even erg! En ze beseften allebei dat zij nog steeds niet in staat was geweest om zich van dat slipje te ontdoen. Ja, wat een vervelende onderbroekenlol allemaal! Het genoegen van dit uitje was haar nu wel vergaan!

Er was echter iets gebeurd waardoor zij even later toch nog wel een glimlach op haar gezicht kon laten zien. Daar vertelde één van de jongens hun even later over. Hij had namelijk gezien dat het hondje, toen één van de douaniers hun auto van binnen wilde gaan inspecteren, van angst op de achterbank van de auto had geplast. En dat een douanebeambte, die dat niet had gezien, even later met zijn handen door die viezigheid heen graaide. Toen de jongen, die dat had gezien, dat later in de auto 'in geuren en kleuren' aan de anderen vertelde, ging er een luid gejuich op bij de andere inzittenden van de auto. 'Net goed, voor die vervelende douanier', dachten zij 'en masse'.

Algauw doemde de vraag zich even later bij de inzittenden van de auto op, in hoeverre die douaniers gerechtigd waren geweest om een lijfvisitatie bij hen uit te voeren. 'Waren zij daarmee niet hun boekje te buiten gegaan?' De meiden onder hen waren behoorlijk furieus over het feit dat zij gedwongen waren geweest dit lot te moeten ondergaan. Toen één van hen dat eenmaal naar voren had gebracht, hadden de andere meiden daarop, als door een wesp gestoken, in koor uitgeroepen dat dit veel te ver ging. En dat zij veel begrip hadden voor het feit dat het voor één van hen zo'n buitengewoon gênante ervaring was geweest. De jongens onder hen zwegen daar ondertussen allebei over! Zij leken allebei wel in te stemmen met deze gedegen taakuitvoering van de douaniers.

'Maar waar is ons hondje gebleven', vroeg toen op zeker moment één van hen. 'Het is in beslag genomen', wist een ander, die daarbij aanwezig was geweest. 'Er was vooral gevaar voor het overbrengen van rabiës', had die douaneambtenaar tegen hem gezegd. 'Maar hij had niet geweten wat die ambtenaar daarmee bedoelde', zei deze vervolgens tegen hen.